interview

Versions: Harm van den Dorpel

26-11-2009


Door Annet Dekker – live in De Balie

Kun je iets vertellen over het ontstaan van de online comment culture en de ontwikkeling ervan?
Ik denk dat de online comment culture relevant is voor de manier waarop ik andere kunstenaars ontmoet. De kunstenaars waarvan ik het werk het leukst vind ontmoet ik niet in een café of op school, maar op internet. Je volgt elkaars werk en schrijft over elkaar. Aan de ene kant is dat vanuit interesse, maar ook omdat je denkt dat je dan dichter bij die persoon komt. Je denkt: eigenlijk zouden wij elkaar moeten kennen want we maken werk dat elkaar heel goed kan beïnvloeden. En geleidelijk gebeurt dat dan ook. Het is ook een bepaalde generatie denk ik: net een paar jaar afgestudeerd en zonder al te veel plannen. Die generatie begint op internet.

Maar het is geen consistente groep. Dat dacht ik vroeger wel, maar toen ik in New York was kwam ik in aanraking met mensen die elkaar nooit ontmoetten. Internet nodigt uit tot een onafhankelijke manier van werken. Na een tijdje wordt je vanzelf weer gevraagd om ook buiten internet te presenteren. Op een gegeven was daar voor mij ook een inhoudelijke noodzaak voor omdat de dingen die ik wil zeggen niet altijd op internet kunnen. Ik vind een offline comment over internet vaak veel interessanter omdat je er dan van buiten naar moet kijken, als een vertaling van virtualiteit naar materiaal. Wat is een digitaal object? Als het alleen maar in een computer blijft dan kan het een beetje navelstaren worden.

In hoeverre kun je spreken van het comment als medium en van het ontstaan van een nieuwe esthetiek, die ook wel ‘distributed aesthetics’ wordt genoemd?
Kunstenaars die internet gebruiken vinden daar op hun eigen manier beeld uit. Zo zoekt Constant Dullaart de schoonheid in amateurtaal, in toeval of in de default. Martijn Hendriks gebruikt internet als verlengstuk van de moderne kunstgeschiedenis. Ik zoek zelf meer het direct esthetische, haast decoratieve of schilderachtige van digitale beeldmanipulatie. Ik werk op een quasi schilderachtige, collage-achtige manier die misschien iets traditioneler is.
Een hele tijd was internet een nieuw gebied dat nog niet iedereen kende. Dus als kunstenaars daar iets mee gingen doen dan waren ze meer een soort technowizards of zoiets. Dan had je ook al die generatieve kunst en digitale dingen. En dat is nu gelukkig over. Nu kunnen we gewoon op een normale kunstmanier naar internet kijken en zien welke schoonheid dat heeft. Het is nu gewoon kunst en niet digitale kunst of gedistribueerde kunst.

Denk je als kunstenaar van tevoren na over de invloed van comments op je eigen artistieke praktijk?
Mijn esthetiek is heel erg geïnspireerd door beeldgebruik op internet. Ik ben steeds meer de betekenis van mijn beeldmateriaal aan het ontkennen en daar heeft internet aan bijgedragen. Op internet is het beeld ontdaan van afkomst, context en van materiaal. Je kunt het bewerken hoe je wilt en er is oneindig veel van. Een beeld betekent steeds minder omdat er zo veel is. Beelden zijn geen betekenisdragers maar verzameling pixels die je kunt bewerken.

Hoe ga je zelf om met comments van anderen en van jezelf?
Uiteindelijk creëer je beeld van bestaand materiaal. Je pakt iets van de berg en je voegt het weer terug aan de berg. Ik zou het prima vinden als mijn werk opnieuw gemixed wordt, maar ik lever het niet zo aan dat mensen daar hun schaar in kunnen zetten. Ik denk niet dat het werk daar toe uitnodigt.

Zie je je eigen werk als uniek of maakt het deel uit van een groter geheel?
Soms zie ik mensen werk maken waarvan de werkwijze wel heel dichtbij de mijne komt. Maar dat vind ik ook niet zo erg. Het is wel leuk om daar de dialoog over aan te gaan. Zelf ben ik heel zorgvuldig en precies met credit en besteed ik er op internet heel veel aandacht aan. Heel traditioneel en ouderwets.

Wat betekent toe-eigening [appropriation] in deze tijd van comment culture?
Internet is een mediabrij geworden. De voornaamste verbinding tussen al die beelden is alleen nog maar subjectief en associatief en niet meer terug te brengen naar een historisch kader. Het is gewoon een kwestie van dat doet me daaraan denken en dat daaraan en dat was in een vorige eeuw en dit was gisteren en dit is in de jaren zeventig. Geschiedenis en context doen er niet meer toe. Het beeld is los komen te staan. We kijken wel serieus naar wat het beeld is en wat het kan betekenen, maar of het nou uit de vorige eeuw komt, dat is meer een interessant feitje. Maar het zijn allebei rondjes bijvoorbeeld en dat is waar het om gaat. De geschiedenis wordt steeds onbelangrijker en kleiner, je gaat dingen niet meer onthouden want je kunt ze veel makkelijker en sneller even opzoeken,

En wat betekent dat voor de vraag naar authenticiteit en oorspronkelijkheid?
Ik geloof heel erg in authenticiteit en vind het ook belangrijk. Oorspronkelijkheid is een nieuw idee, hoewel het geïnspireerd kan zijn door anderen, maar er is toch een soort vonk van originaliteit en echtheid. Je voel altijd meteen of het echt is of niet. Remixen is gewoon net zoiets als hoe iemand zijn kwast vast houdt.

Overstijgt de comment culture het scrapbookniveau?
Ik denk dat we eigenlijk aan het onderzoeken zijn wat digitale media nu zijn en hoe we dat vertalen. De website plato is gay die ik ben begonnen is bijvoorbeeld een commentaar op alle slideshows die we kennen van misdaad series of de fotocollage van een buurtcentrum waar ze de foto’s van de laatste bingoavond zo mooi door elkaar hangen. Al die verschillende beelden komen langs in een soort grote beeldstroom, over en door elkaar heen, waardoor alle beelden betekenis krijgen en gelaagd in kleur zijn. Er komt een verhaal naar boven dat er eigenlijk helemaal niet is. Hierdoor ontstaat iets nieuws.