tentoonstelling

Natural Habitat

Van 04-11-2006 t/m 22-12-2006


Boredom Research, Christa Sommerer & Laurent Mignonneau, Erwin Driessens & Maria Verstappen, Evelina Domnitch & Dmitry Gelfand, Koert van Mensvoort & Mieke Gerritzen, Marloes de Valk & Aymeric Mansoux, Mateusz Herczka, Merijn Bolink, Simon Heijdens, Steina

Binnen het project Natural Habitat begeven kunstenaars zich op het snijvlak van natuur en technologie. Hierbij onderzoeken zij in hoeverre natuur en technologie elkaar aanvullen en of er onderscheid is te maken tussen wat natuurlijk is en wat technologie. In Natural Habitat vervagen de grenzen tussen natuur, cultuur en technologie steeds meer.

Natural Habitat bestaat uit een tentoonstelling en een seminar
  Art and Science in their Natural Habitat
Onder de titel van 'Art and Science in their Natural Habitat' vraagt het Nederlands Instituut voor Mediakunst aan de hand van een aantal presentaties en discussies aandacht voor de relatie tussen kunstenaar en wetenschapper... lees meer »


Opening 3 november om 20.00 uur

In onze hedendaagse leefomgeving is de natuur steeds minder natuurlijk en zijn technologische toepassingen steeds natuurlijker geworden. Het omgaan met de natuur is in onze geïndustrialiseerde wereld gebaseerd op technische controle en wetenschappelijke analyses. In deze context is het niet verwonderlijk dat de uitdrukking 'het landschap als wegwerpartikel' in Nederland steeds vaker voorkomt en er wordt gesproken van een 'gecultiveerd landschap'. De boodschap is duidelijk: het landschap is continu aan verandering onderhevig als gevolg van menselijk ingrijpen, waardoor het moeilijker wordt je te verhouden tot dat landschap. Pure en onaangetaste natuur leeft alleen nog voort in onze fantasie. In de publicatie Next Nature van Mieke Gerritzen en Koert van Mensvoort stelde Michiel Schwarz terecht dat de vraag ‘wat is natuur’ niet langer relevant is en vervangen moet worden door de vraag ‘hoe verhouden wij ons tot de natuur’. “In the age where we have genetic engineering, artificial beaches, nature-identical food flavourings and virtual environments, what we traditionally used to view as 'nature' has now become an object of human design. 'So-called nature' has become a culturally-constructed nature in a mediated world. In this world, it is perhaps fitting that we now manipulate not only what we believed to be nature, but we happily also manipulate our images of nature. (..) What the images of multiple natures reveal to us, then, is the 'new ecology' in which we now find ourselves. A new ecology, where natures, technologies and media are all caught up together.” Hij sluit zijn betoog af met de vraag ‘wat voor natuur willen we hebben?’.

In de jaren 60 werd het ecologisch bewustzijn binnen de kunst slechts door een kleine groep kunstenaars gedragen. Kunstenaars die de zogenaamde LandArt beweging vormden, plaatsten de relatie tussen mens, natuur en omgeving centraal in hun werk. Tegenwoordig is dit discours de smalle grens van de kunst context ver overschreden, en is de inkadering en begrenzing van de natuurlijke omgeving door het gecultiveerde stadsleven in de Westerse wereld, en zeker in Nederland, een belangrijk discussiepunt. En ook binnen de kunst is de reflectie op de natuur als puur esthetisch of vanuit een intrinsiek kunst gehalte verleden tijd. Met de ontwikkelingen binnen de digitale cultuur en het onderzoek van kunstenaars naar (uitingen van) kunstmatig leven worden traditionele en humanistische ideeën over natuur herzien.

Tentoonstelling
Op verschillende manieren reageren kunstenaars op de invloed van technologie op de natuur. Soms wordt er gespeeld met ons gevoel van nostalgie voor een geïdealiseerd pre-industrieel tijdperk waarin mens en natuur harmonieus naast en met elkaar leefden. Een verlangen naar een onaangetaste natuur die we eigenlijk alleen nog maar, handig verpakt, terugvinden in pretparken, dierentuinen en andere themaparken waar de natuur natuurlijk is gemaakt. Het nabootsen van een wilde natuur, het temmen van de natuur en het verlengen van de natuur vormen belangrijke uitgangspunten voor kunstenaars. Hierbij wordt geprobeerd de natuur, waarvan we de kracht en het bestaan nauwelijks nog herkennen, terug te brengen in onze omgeving.

Daarnaast is er aandacht voor de natuur als wetenschap waarin veranderingsprocessen een grote rol spelen. Kunstenaars richten zich op de mogelijkheden die onderliggende mechanismen van processen uit de biochemie, genetica en evolutie kunnen hebben voor de kunst, door deze te implementeren als zuiver visuele en beeldgenererende systemen. Zelforganiserende processen als groei en evolutie zijn in theoretisch opzicht nog te bevatten maar in het dagelijks leven niet direct zichtbaar. Vertaald door kunstenaars wordt deze wetenschap op zintuiglijk niveau visueel gemaakt.

Aan de andere kant zijn kunstenaars ook zelf op zoek naar manieren om levende natuur te creëren. Soms gebruik makend van wetenschappelijke methodologieën en mechanismen, om te kijken in hoeverre onnatuurlijke processen deel uit kunnen gaan maken van onze omgeving. Computerprocessen en netwerken worden onder de loep genomen voor de creatie van nieuwe en interessante zichtbare fenomenen. De kunstenaars zijn met name geïnteresseerd in processen waarbij simpele regels leiden tot complexe gedragingen. Er wordt geprobeerd om het digitale leven zo levensecht mogelijk te maken zodat mensen er een band mee krijgen. Individuen uit complexe ecosystemen eten elkaar op, planten zich voort of sterven een eenzame dood. De voorbeelden laten zien dat deze kunstmatige processen wellicht meer verwantschap hebben met de 'wilde natuur' dan hetgeen wij op dit moment zien als onze natuurlijke omgeving.

Tenslotte besteden kunstenaars aandacht aan onzichtbare technologie. Technologie die versmelt met onze omgeving, architectuur en lichaam waardoor zij onzichtbaar geworden is en een natuurlijk deel van de omgeving is geworden. Hierbij wordt onze geconditioneerde manier van kijken op de proef gesteld en richten de kunstenaars zich op de mogelijkheid dat de natuur nieuwe betekenissen heeft. Herkenbaarheid zorgt volgens hen uiteindelijk voor natuurgetrouwe beelden. Hier ontstaat een nieuw beeld van Natuur.

De kunstwerken

Boredom Research (UK)
Ornamental Bug Garden (2005) en Biomes (2005)
Boredom Research is geïnteresseerd in het opbouwen van berekende werken, geïnspireerd door eenvoudige regels die ze in natuurlijke systemen vinden. Ze onderzoeken processen van computermodellen en de creatieve mogelijkheid van genetische algoritmes voor de schepping van natuurachtige fenomenen. Ze zijn geïnteresseerd in een reeks van onderwerpen zoals de esthetiek van verschijning, synthetische ecologische systemen, netwerk-gemeenschappen, het waarneembare kennen of berekende abstracties, A-life & belief’- systeem. Momenteel onderzoeken ze processen van computermodellen voor de creatie van een nieuw zichtbaar fenomeen. Door het gebruik van computer algoritmes gebaseerd op wetenschappelijke modellen, laten de kunstenaars zien hoe eenvoudig geprogrammeerde regels een oneindig aantal uitgewerkte patronen kan creëren. Vanuit deze mozaïeken van pixels ontstaan kleine robotachtige figuren (wezens), die optreden in een digitaal ‘Theater van het leven’.
Met Ornamental Bug Garden hebben zij een esthetisch ecologisch systeem gecreëerd dat overkomt als een levend kinetisch schilderij. Kleine vormen springen heen en weer, sommige lijken op sporen die exploderen en cirkels zweven door de lucht als pollen. Elementen uit video games, fruitautomaten en aangelegde landschapstuinen vormen de mix die wanneer de verschillende elementen tegen elkaar aanbotsen geluiden veroorzaken waardoor incidentele geluidscomposities ontstaan. In drie verschillende Biomes wil Boredom Research laten zien hoe kunstmatig leven tot stand gebracht kan worden met behulp van simpele technieken die aanwezig zijn in natuurlijke systemen. De Biomes vertalen de diverse vormen en patronen die voorkomen in natuurlijke omgevingen, vervolgens leiden ze hun eigen leven aan de hand van simpele regels.
http://www.boredomresearch.net/

Christa Sommerer (OOS) & Laurent Mignonneau (F)
Life Spacies II (1999)
Sinds 1991 maken Sommerer en Mignonneau interactieve kunstwerken die continu in verandering zijn, evolueren en zich aanpassen aan het gebruik van de bezoekers. Opmerkelijk daarbij is het gebruik van figuurlijke, emotionele, natuurlijke en soms gevoelsmatige interfaces die kunnen reageren op geur, contact of temperatuur. Zij zijn geïnteresseerd in onderzoek naar relaties tussen mensen en hoe interactiviteit daarin tot stand komt, en tenslotte hoe deze interactie op een creatieve manier vertaald kan worden. Het gaat hen daarbij niet om het creatieve brein van de kunstenaar, maar om het dynamische proces wat uit die creativiteit voortkomt. Voor veel van hun installaties passen ze principes uit onderzoek naar Kunstmatige Intelligentie en Genetische Programmeertalen toe om open systemen te ontwerpen die veranderen over tijd en door interactie van gebruikers. In Life Spacies II gebruiken zij een keyboard als interface waarmee boodschappen in tekst overgebracht worden. Door typegedrag te verbinden met de creatie van leven spelen zij met het idee dat interactie tussen gebruiker/karakter en karakter/karakter essentieel is voor de schepping van digitaal leven. Tevens komt daarbij de relatie tussen analoge en digitale werelden naar voren. Door middel van speciaal ontwikkelde software wordt geschreven tekst gezien als genetische code en vertaald in afbeeldingen. Zodra de tekstboodschap verzonden wordt beginnen de visuele wezens te leven en bewegen zich door de Life Spacies ruimte. De beweeglijkheid en vorm is afhankelijk van de complexiteit van de geschreven boodschap. Zodra de karakters tot leven zijn gekomen gaan ze op zoek naar voedsel, dat bestaat uit andere tekstkarakters. Wel blijft hun dieet beperkt tot karakters van hun eigen genetische code, bijvoorbeeld het ‘jan karakter eet alleen ‘j’ ‘a’ ‘n’, maar doordat andere schepsels op jacht zijn naar dezelfde letter ontstaat er een levendige competitie. Sommige zullen overlijden als ze niet genoeg voedsel krijgen of opgegeten worden door anderen, maar als er genoeg gegeten is wordt er gekeken naar mogelijkheden om te paren.
http://www.interface.ufg.ac.at/christa-laurent/

Erwin Driessens (NL) & Maria Verstappen (NL)
Frankendael (2001) en E-volver (2006)
Vanuit een verlangen naar een meta-creatief systeem waarin esthetische expressie en ervaring zijn losgekoppeld van de individuele kunstenaar, ontdekten Driessens en Verstappen letterlijk en figuurlijk ‘life out there’. Binnen door hen getriggerde kunstmatige universa stuitten ze op onvoorziene, autonome expressies, gegenereerd door zelfstandig opererende processen.
In hun werk Frankendael nemen ze de letterlijk de natuur als uitgangspunt om waarneming systematisch te automatiseren en te formaliseren. Frankendael maakt deel uit van een project waarvoor de kunstenaars gedurende een jaar een aantal locaties in het Amsterdamse park Frankendael documenteerden. Elke scène werd met een digitale camera steeds vanuit eenzelfde standpunt gefotografeerd, en wel op hetzelfde moment van de dag, rond het middaguur. Met door henzelf ontwikkelde software monteerden ze elke reeks van opnames tot een ‘film’ van 9 minuten waarin in een vloeiende beweging de seizoenswisselingen en landschapsveranderingen zichtbaar worden. Door de waarneming systematisch te automatiseren en te formaliseren werden de Frankendael-films geen romantische of subjectieve natuurbeschouwingen, maar eerder studies naar de spontane loop van de natuur, naar de emergente en entropische processen die eraan ten grondslag liggen. De manifeste verandering is de neerslag van de inwendige structuur van de natuur, van de natuur als meta-creatief systeem. Om niet alsnog te vervallen in neoromantisch of techno-utopisch gedachten, is het bij de Frankendael-films van cruciaal belang te erkennen dat er tegelijkertijd een conceptuele omkering in het spel is: de natuur in interactie met de camera, de software en de montage toont zich als een artificial life-systeem, of als een universum waarvan de natuurlijke kwaliteiten alleen blootgelegd kunnen worden middels kunstmatige middelen en een kunstmatige blik.
E-volver is een 'beeld-kweek-machine' die digitale beelden ontwikkelt op basis van een kunstmatige genetica en door gebruik te maken van evolutionaire technieken. Zowel methodisch als visueel vertoont het werk raakvlakken met het werk van de laboranten en wetenschappers. Driessens & Verstappen ontwikkelden software die artificiële ‘organismen’ genereert van één pixel groot. Elk ‘organisme’ bestaat uit dertien genen die gezamenlijk bepalen hoe een organisme zich gedraagt op het beeldscherm. De genen lezen de eigenschappen van de acht hem omringende pixels en vertellen het organisme op grond van de waarde die ze aantreffen wat te doen met de pixel waarop hij staat en naar welke pixel over te stappen. Zo ontstaan veelkleurige, bewegende patronen die doen denken aan kosmische of juist microscopische processen. Hoe beelden er uit zien is het gevolg van het collectieve gedrag van organismen. E-volver weerspiegelt de complexiteit van het biochemisch universum en het menselijk verlangen naar kennis en inzicht. Zelforganiserende processen zoals groei en evolutie - die in theoretisch opzicht misschien wel te bevatten zijn, maar in het dagelijks leven nooit direct waarneembaar - worden met E-volver op zintuiglijk niveau ervaarbaar gemaakt. Tegelijkertijd verschaft het een groot esthetisch genoegen.
http://www.xs4all.nl/~notnot/

Evelina Domnitch (RU) en Dmitry Gelfand (RU)
Camera Lucida (2003 – heden)
De installaties van Domnitch & Gelfand worden gepresenteerd als continue veranderende fenomenen die geobserveerd kunnen worden. Omdat deze uitzonderlijke fenomenen zich direct voor de bezoeker afspelen, zonder veranderd of gemedieerd te zijn, raken zij de bezoeker op een dieper sensorisch niveau. Bij bijna al het werk van Domnitch en Galfand moeten de ogen wennen aan de donkerte voordat de werking en de details van het licht goed naar voren komen. Zonder de verduistering zou het licht echter onzichtbaar zijn.
Domnitch en Gelfand zijn erg geïnteresseerd in ontwikkelingsprocessen die continue in verandering zijn. Op zoek naar een manier om geluidsgolven zichtbaar te maken hebben Domnitch en Gelfand uiteindelijk de installatie Camera Lucida ontwikkeld. Het werk Camera Lucida is een licht sculptuur, een geluidsobservatorium, die continue in beweging is. Geluidsgolven worden direct vertaald in licht door de tussenkomst van een glazen bol die gevuld is met speciale gassen en vloeistoffen. Officieel wordt dit principe aangeduid met de term 'sonoluminescence', een fenomeen uit de wetenschap wat sinds 1934 onderzocht wordt, maar door Domnitch en Gelfand voor het eerst publiek gemaakt is.
http://www.portablepalace.com/

Koert van Mensvoort (NL) & Mieke Gerritzen (NL)
Next Nature (2006)
Na het succes van de Biggest Visual Power show waarin Van Mensvoort en Gerritzen zich richtten op de macht en de kracht van het beeld gingen zij vorig jaar op zoek naar voorbeelden van nieuwe natuur, Next Nature. Met Next Nature stellen zij de relatie tussen natuur en cultuur ter discussie. Echte natuur – wilde en onaangetaste natuur bestaat volgens hen niet meer, de natuur is een culturele categorie geworden. Tegelijkertijd zien zij dat cultuurproducten, die voorheen beheersbaar waren, in toenemende mate ons boven het hoofd groeien. Van Mensvoort en Gerritzen gaan op zoek naar voorbeelden die de verbeelding van een volgende natuur weergeven, om de dingen opnieuw betekenis te geven en onze plek daarin te bepalen. Een zoektocht naar echte natuur in al zijn functioneren, gevaren en mogelijkheden. Wilde systemen, genetische surprises, kalme technologie, autonome machines en prachtige zwarte bloemen – want uiteindelijk zorgt herkenbaarheid voor het natuurgetrouwe beeld.
http://www.nextnature.net

Marloes de Valk (NL) & Aymeric Mansoux (F)
Metabiosis (2006)
De Valk & Mansoux onderzoeken in hoeverre kunstmatig leven zich kan ontwikkelen in een netwerk van aan elkaar verbonden computers. Zij hebben een software ontwikkeld waarmee een ecosysteem op een computer gezet kan worden. In het ecosysteem kunnen kleine pakketjes met data gepland worden. In werkelijkheid bevatten de pakketjes alleen maar een set nummers, maar die hebben wel bepaalde kenmerken. De pakketjes kunnen naar andere computers met hetzelfde ecosysteem springen, ze kunnen zich voortplanten en ze kunnen doodgaan. Metabiosis is geen virus, het is een systeem van genetwerkte ecosystemen die bewoond worden door zich zelf kopiërende data pakketjes. Het is een experiment en een spel voor mensen die nieuwsgierig zijn naar de mogelijkheden van digitaal leven en het continue groeien van ecosystemen op een netwerk van computers.
http://metabiosis.goto10.org/

Mateusz Herczka (SWE)
Life Support Systems – Vanda (2004)
Herczka laat zien dat in wezen ons hele leven gereduceerd kan worden tot informatie. Wat we doen, de mensen die we ontmoeten, onze voor- en afkeuren, het geluid van onze stem – al deze informatie die bewaard wordt in onze hersenen, kan door middel van elektronische pulsen opgenomen worden. De installatie laat de mogelijkheid zien dat na de dood het leven verder kan gaan in een aangepaste vorm: als informatie. Het vertrekpunt van een dergelijk inspanning is het elektronische opnemen van de herinneringen en reacties van een levende organisme. Vanda is een experiment in die richting. De Vanda Hybrida orchidee – gebruikt vanwege van haar inspirerende schoonheid en eenvoud - wordt overgezet naar een virtueel organisme in een 3-D omgeving. De virtuele plant weerspiegelt de karakteristieken van de echte plant en de veranderingen die hij ondergaat. Na de dood van de levende orchidee leeft de digitale orchidee verder. Vanda onderzoekt de mogelijkheid om leven (in de vorm van pure data) na de dood mogelijk te maken. Met zijn werk bevindt Herczka zich op de kruising van kunst, artificiële intelligentie en biowetenschappen.
http://www.westerplatte.net

Merijn Bolink (NL)
Untitled, (Tak) (2006)
Bolink maakt beelden die zijn opgetrokken uit bestaande objecten of dode dieren. De procédés die hij toepast zijn vaak verdubbeling, versmelting of ontleding. In alle gevallen gaat het er om, zoals hij zelf zegt, dat hij 'de ziel van dingen' blootlegt. Een van zijn bekendste werken is de kinderwagen uit 1992, die een stoet van 14 mini-kinderwagens voortbracht - allemaal afzonderlijk gemaakt van een van de 14 materialen waaruit de 'moederwagen' bestaat. Een andere icoon is Bolinks appel die er van binnen uit ziet als een sinaasappel. Met zijn project Untitled (Tak) blaast Bolink een oude techniek uit de tuinbouw nieuw leven in. Door middel van enten verandert hij het groeiproces van een boomtak. Enten, oftewel vegatief vermeerderen, wordt in de tuinbouw toegepast om een bijzondere bloei te krijgen of om een boom zichzelf te laten vermeerderen en verbeteren. Het resultaat van Bolink is een hybride tak, een kruising tussen natuurlijke groei en een computer grafisch afsplitsing. Bolink breekt met onze geconditioneerde manier van kijken naar natuur en richt zich op de mogelijkheid dat de natuur nieuwe betekenissen heeft.
Met dank aan de Rabo Kunstcollectie

Simon Heijdens (NL)
Reeds (2006)
Heijdens houdt zich in zijn werk bezig met natuur waaraan we voorbij lopen en waarvan we nog nauwelijks het bestaan en de kracht herkennen. Heijdens ziet dat we ons begeven in geklimatiseerde kamers met aangepast licht waardoor de tijdsindicatie in ons dagelijks leven is verdwenen. Terwijl de natuurlijke omgeving door het jaar heen verandert van karakter, kleur en vorm, is onze kunstmatige ruimte statisch en onbeweeglijk. Heijdens wil het natuurlijke karakter dat eens buitengesloten werd terugbrengen in de ruimte waar wij werken en wonen. In zijn werk Reeds reageren nagemaakte rietstengels in de ruimte op de wind die buiten waait en het aantal mensen en verkeer dat voor het gebouw langskomt. Heijdens brengt hiermee een levende technisch organisme aan in de ruimte, die reageert op de feitelijke natuur van zijn directe omgeving. Het karakter van de ruimte wordt weerspiegeld in lichtsterkte die continue in beweging is. Een technische installatie als een levend organisme.
http://www.simonheijdens.com/

Steina Vasulka (ICE)
Geomania (1987)
Met haar installatie Geomania keert Steina terug naar haar geboorteland IJsland. Tien monitoren in de vorm van een berg tonen beelden van landschappen en natuurverschijnselen die Steina opnam in IJsland en haar huidige verblijfplaats New Mexico. Ruige ongecultiveerde geologische landschappen komen voorbij en worden elektronisch met elkaar verweven. Steen en water, beweging en stilstand, natuur en technologie staan naast elkaar op een manier die normaal niet te zien is. Steina wilde meer dan alleen natuuropnames maken, en door haar manipulatie is het werk een sensuele verbeelding van elektronische gegenereerde kleur en textuur geworden waarbij paradoxale werelden samenkomen.
http://www.vasulka.org/

Met dank aan:
Powered by Beamsystems www.beamsystems.nl
Amsterdams Fonds voor de Kunst
VSBfonds