Van 24-05-2008 t/m 21-06-2008


door Petra Heck

Tekst als PDF

Met ‘Twitter’ een nieuwe applicatie binnen web 2.0, kun je met een druk op de knop een bericht versturen aan alle mensen die je tot je sociale netwerk gebombardeerd hebt. Het idee is dat je aangeeft waar je je bevindt, zodat je op fysieke of mentale wijze ‘gevolgd’ kunt worden. De vraag is wat we aanmoeten met de opkomst van dergelijke diensten? Willen we alles openbaar, kenbaar en ook traceerbaar maken?



Andy Warhol deed het al in de jaren zeventig, futiele details zoveel mogelijk tonen en meedelen. Zijn blad 'Interview' stond vol transcripties van onbenullige gesprekken, elk telefoongesprek was belangrijk genoeg om op te nemen of op te schrijven. Het altijd en overal zichtbaar willen en kunnen zijn is zo ongeveer door Warhol uitgevonden. En het internet maakt dit met de komst van web 2.0 voor iedereen mogelijk. Niet alleen maar voor supersterren als Edie Sedgwick, die in de ‘Screentest’ films van Warhol niet veel meer doet dan roken, kletsen en niezen; niets bijzonders. Veertig jaar later keken er plots miljoenen mensen naar televisieprogramma's als Big Brother waarin mensen van de straat gefilmd werden tijdens het slapen, eten en over koetjes en kalfjes praten.

Met de komst van web 2.0 zijn machtige media niet langer nodig voor het realiseren van relatieve ‘15 min. of fame’. Zo noteren bloggers (webloggers) nu elk detail van hun leven in een online dagboek dat op de computer gelezen kan worden. Verschil tussen een online blog en een ouderwets dagboek, is dat online de inhoud wordt geopenbaard aan een onbekend publiek. De scheidslijn tussen privaat en publiek is vervaagd. De tekst kan vrij persoonlijk zijn, terwijl het binnen publiek terrein functioneert. Aangezien bloggers zich hier impliciet van bewust zijn, kan de informatie als besmet beschouwd worden. De tweedeling tussen privaat en publiek waarin Andy Warhol zo geïnteresseerd was, wordt hiermee zichtbaar gemaakt.*



Recente webdiensten als MySpace, Facebook of Twitter bevatten applicaties die de behoefte om je intieme wereld met anderen te delen op alle mogelijke manieren tegemoet komt. De motivatie om hier aan mee te doen kan uiteenlopen van radicale openheid, de zoektocht naar een nieuwe gemeenschappelijke identiteit, tot het zoeken naar sociale netwerken. Maar wat zijn de consequenties van de opgeblazen manier waarop alles wat privé is nu publiek gemaakt wordt? De nieuwe manieren om zelf te publiceren op het internet veranderen niet alleen onze blik op wat privaat is, maar ook onze relatie tot de publieke ruimte.

Jorinde Seijdel vraagt zich in het tijdschrift ‘Open' over hybride ruimte, af waar het ‘algemeen toegankelijke domein waar mensen elkaar ontmoeten, een openbare mening vormen en aldus een vorm van politiek bedrijven, zich nu bevindt?’ Ze schrijft dat het publieke zich steeds meer op al die plekken als straten, pleinen, massamedia als kranten en televisie, maar ook op internet in chatrooms en nieuwsgroepen afspeelt. Seijdel noemt het hybride van aard, ‘een verstrengeling van concrete en virtuele eigenschappen, van statische en mobiele domeinen, van publieke en private sferen, van globale en lokale interesses. Vooral draadloze en mobiele technologieën als GSM, GPS, WI-FI en RFID laten niet alleen het fysieke en virtuele, maar vooral ook het private en publieke in elkaar overlopen.’ Ze kunnen niet alleen worden gebruikt als controlemiddel, maar ook om het publieke handelen te intensiveren, of dit nu voor het informeren over feesten of demonstraties gebruikt wordt, of bij alarmerende waarschuwingen.**



De overgrote meerderheid van participanten aan web 2.0 en de bijbehorende applicaties benaderen de diensten zeer open en tonen hun meest persoonlijke gevoelens en foto’s. Dergelijk op grote schaal toegepast exhibitionisme draagt echter op geen enkele manier bij aan een discursief publieke ruimte waar Jorinde Seijdel over spreekt, eerder aan de ‘tirannie van intimiteit’ zoals Richard Sennett dat beschrijft in ‘The Fall of Public Man’.***

De wens om te uiten is groter dan de angst om gecontroleerd te worden. De angst die een tijd lang gold voor het kunnen natrekken van al je wegen en gegevens, de angst voor camera’s en controle in winkels of op straat heeft plaatsgemaakt voor een vrijwel zorgeloos gebruik van alle mogelijke nieuwe apparaten en diensten.

Maar kunnen we de openbare digitale ruimte door draadloze technologie – chat, mail, GSM – nog wel verlaten of uitsluiten? Het publieke is overal: in onze huizen, onze bedden en zelfs in onze lichamen. Wat is nog privé? En verandert onze privé-ruimte in de zo transparante, traceerbare wereld van digitale media? Zijn er nog plekken waar, of momenten waarop, we niet getraceerd kunnen worden, onbereikbaar zijn, of geen berichten kunnen ontvangen? En is dat nodig, of erg als het niet zo is?

De kunstwerken in 'My [Public] Space' maken de grenservaging tussen publieke en privé-ruimte zichtbaar. Of het nu gaat om de straten en stadspleinen van de publieke ruimte en zijn bijbehorende digitale netwerken van camera’s, of het nieuwe publieke domein van het internet. De kunstwerken bevinden zich op het kruispunt van wat openbare of persoonlijke omgeving is, of dat ooit is geweest. In de tentoonstelling verandert de rol van de camera van politiek betrokken instrument tot toepassing voor observatie en controle, of als instrument voor artistieke verbeelding. De werken reageren op het openbaar maken van het private en soms ook op de inbreuk van privacy, ze zetten de mechanismen voor controle of verspreiding over de wereld voor eigen gewin of verhaal in. Geen angst opwekkende verhalen over controle, maar fascinaties, reacties en mogelijkheden voor de nieuwe domeinen, waar de angst uit verdwenen is.



Zo zetten Hasan Elahi en Jill Magid in hun werk controlerende mechanismen en technologieën in de publieke ruimte voor hun eigen private verhaal in. En vraagt Martijn Engelbregt met een enorme camera aan voorbijgangers wat zij ervan vinden op het museumplein gefilmd te worden.

De werken van Eduardo Navas en Marisa Olson reageren op verschillende manieren op de publicerende kant; op het openbaar maken van private gegevens in het publieke domein van het internet. Guy Ben-Ner doet eigenlijk hetzelfde, maar dan in de openbaar toegankelijke (maar privaat eigendom) huiskamers van IKEA.

Dora Garcia reageert met haar game op een abstracte manier op het grensgebied van privaat en publiek terrein door een vragenspel met onbeantwoordbare persoonlijke vragen met ja of nee te moeten beantwoorden. Ook Eva en Franco Mattes aka 0100101110101101.org reageren op een abstracte, synthetische wijze op het fenomeen, door een performance waar het gaat om het inbreken op iemands privé ruimte, het langs een naakt lichaam schampen om ergens binnen te komen, in second life na te bootsen.

 


 

De tent van Susan Härtig maakt een echt private en mobiele plek mogelijk waar geen mobiele telefoon of ander radiogolf gebruikend apparaat je kan vinden. En tenslotte gaan de t-shirts van Susan Härtig en Aram Bartholl door het zichtbaar maken van wat normaal onzichtbaar is op internet of via RFID technologie in op de hybride ruimte van vandaag.

* Eduardo Navas, 2003, see http://navasse.net/star
** Jorinde Seijdel in: 'Hybride ruimte', Open, nr. 11, 2007, p. 4
*** Richard Sennett, 'The Fall of Public Man', 1977, p. 15

Kunstenaars/werken

Aram Bartholl (DE, 1972, lives and works in Berlin)
Are you social?, 2007
Object



Het werk van Aram Bartholl draait om de relatie tussen de dataruimte van het internet en het dagelijkse leven. Hoe beïnvloeden technologische ontwikkelingen ons dagelijkse handelen? Wat komt terug van cyberspace naar de fysieke wereld? Het Internet is met de komst van web 2.0 al snel het ‘sociale web’ genoemd. Sociaal, omdat de verbinding van gebruikers onder elkaar hierin een centrale rol speelt. Steeds meer details van het alledaagse private worden openbaar gemaakt in de toenemende hoeveelheid sociale netwerken op Internet. In tegenstelling tot de grootstedelijke terugloop in openbaarheid in het leven van alledag, in supermarkt of café, kent de privé-sfeer op het internet een brede openheid van informatie. Maar aangezien de verschillende online sociale platformen niet aan elkaar verbonden zijn is het lastig na te gaan welke vriend bij welke dienst aangemeld is. Het t-shirt ‘Are you social?’ somt de bekendste platformen op. Deze kan men aankruisen om zo zichtbaar te maken waar men op aangesloten is. Het brengt openbare, maar niet inzichtelijke informatie van netwerk-informatie op het Internet naar het fysieke leven en vraagt zich hiermee af hoe gebruikers met hun net-identiteiten op het lichaam zich in de fysieke openbare ruimte laten zien.

Guy Ben-Ner (IS, 1969 lives and works in Berlin)
Stealing Beauty, 2007
video - DVD, single channel, color with sound, 18' min.
edition of 6
Courtesy of the artist & Gimpel Fils



In zijn korte films en videowerken heft Guy Ben-Ner de grenzen op tussen zijn studio-praktijk, zijn privé-leven en het alledaagse. Door hemzelf, zijn vrouw en twee kinderen te portretteren doet 'Stealing Beauty' denken aan een familie tv-serie. De beelden zijn zonder toestemming opgenomen in diverse IKEA showrooms in drie verschillende landen. De prototype kamers in de IKEA winkels vormen een eengezinswoning filmset waarin de Ben-Ner familie probeert hun jongste zoon de betekenis bij te brengen van wat bezit en privé eigendom is. Het verzoek van IKEA om de bezoekers 'thuis' te laten voelen vat Ben-Ner wel heel letterlijk op door met zijn familie de huiselijke ruimtes te bezetten alsof ze van hen zijn. Een model slaapkamer wordt een intieme private ruimte als de kunstenaar en zijn vrouw in bed liggen, maar verandert onmiddellijk in publieke ruimte als de consumenten in beeld komen. ‘Stealing Beauty’, waarin de grenzen tussen publieke en private ruimtes vervagen, schopt het doel van de winkel om private ruimtes in een publieke omgeving te verkopen in de war. Aangezien Ben-Ner geen toestemming heeft gevraagd voor het filmen, moest men steeds naar andere filialen uitwijken en werd de film in het geheim geschoten, stil, als het plegen van diefstal. Door het stelen van de winkelruimtes, transformeert Ben-Ner de publieke representatie van een private ruimte naar privaat eigendom.

Hasan Elahi (BD, 1972, lives and works in New York)
Tracking Transience: The Orwell Project, 2008
multi-channel video and media installation

Hasan Elahi beschouwt databases en andere vormen van elektronische informatie als zijn media. Tussen juni en november 2002 was Elahi het onderwerp van een FBI onderzoek naar terroristen. Hij was voor een residency de oceaan overgevlogen. Toen hij terugkeerde moest de kunstenaar over een periode van zes maanden regelmatig met FBI agenten spreken die elk detail van hem wilden weten over zijn verblijf buiten de VS. Uiteindelijk werd hij vrijgesproken en wordt hij officieel niet langer als terrorist beschouwd – na een drie uur durende test met een leugendetector. Als reactie hierop is het werk 'Tracking Transience' ontstaan dat technologieën gebruikt om elk aspect van zijn leven te documenteren. Geïnspireerd door de gevangenis enkelband heeft Elahi ervoor gekozen een apparaat dat nog meer inbreuk op zijn privacy maakt te gebruiken. Het apparaatje zendt (nog steeds) afbeeldingen gelabeld met GPS coördinaten naar een server, die deze gegevens naar de 'United States Geological Survey' stuurt. Hier vandaan wordt een luchtfoto teruggestuurd van de plek waarop de kunstenaar zich op dat moment bevindt. De server verzamelt de afbeeldingen op de website die door iedereen bekeken kan worden. De hier getoonde installatie benadrukt het voyeuristische karakter van de beelden, die alleen een glimp laten zien van wat zich daar verder afspeelt. De beelden die op de drie wanden zichtbaar zijn, maken de ervaring van een omgekeerd panopticon mogelijk, waar de rol van de toeschouwer afwisselt van kijker tot degene die bekeken wordt.

Martijn Engelbregt (NL, 1972, works and lives in Amsterdam)
W.V.U.E.D.U.G.W.O.D.P.?., 2006
de eerste live voxpop met speelfilmlengte
23'05'' min.

Martijn Engelbregt, procedurekunstenaar, verzamelaar, statisticus, legt met relatief eenvoudige middelen complexe bureaucratische structuren bloot. Hij ontwerpt instituten, formulieren, enquêtes, rapporten en procedures die zijn geïnspireerd op bestaande structuren en situaties. De website van Martijn Engelbregt heet EGBG oftewel Engelbregt Gegevens Beheer Groep. EGBG spaart persoonlijke informatie, denkt na over het beheren van gegevens, en het verwerken hiervan. Engelbregt is steeds weer verbaasd over de hoeveelheid privé-gegevens die mensen bereid zijn te verstrekken. Maar hij is niet voor of tegen het registreren en categoriseren van gegevens. Mensen moeten zich ervan bewust zijn en kunnen kiezen.
Voor het pleinmuseum vroeg hij met een microfoon en cameraman bezoekers van het museumplein wat zij ervan vonden gefilmd te worden. Dit werd rechtstreeks vertoond op een groot projectiescherm dat midden op het plein stond. Je kon hiernaar kijken vanaf een publieke tribune onder het genot van popcorn. Hiernaast filmde iemand met een onzichtbare camera mensen. De reacties zijn divers, maar de vraag is om wie het nu uiteindelijk gaat in deze film, wat is de rol van de reporter, die van de geïnterviewden en het publiek op de tribunes? Toeschouwer, onderwerp, maker, ze wisselen elkaars posities af en belanden in een vreemde, verstrengelde toestand.

Kota Ezawa (DE, 1969, lives and works in Los Angeles)
Two Stolen Honeymoons Are Better Than One, 2007
two channel video
Edition of 7.

Home Video, 2001
single channel video
edition of 5.
Courtesy Murray Guy, New York



Kota Ezawa maakt animaties van iconische televisie-, film- en fotobeelden die zowel aan ouderwetse strips als aan South Park doen denken. Hij stileert het materiaal, maakt de beelden plat en zet het in onwerkelijke kleuren neer tot een algemeen beeld gegenereerd wordt, zoals bijvoorbeeld de kaarten over veiligheid in vliegtuigen. Hij haalt niet simpelweg zijn bronnen door een filter om ze op animaties te laten lijken, maar reconstrueert de beelden 'handmatig'. Beeld voor beeld bouwt hij ze met behulp van tekensoftware na.
Inhoudelijk is het materiaal afkomstig van wat omschreven kan worden als ons collectieve culturele geheugen: beelden van het proces tegen O.J. Simpson, de moord op Kennedy, of een bekend theaterstuk als 'Who's Afraid of Virginia Woolf'. De twee getoonde werken gaan in op de fascinatie voor home-video's. De video 'Home Video' appelleert aan onze voyeuristische wens privé-zaken te kunnen zien, maar er wordt uiteindelijk niet veel aan de toeschouwer geopenbaard. 'Two Stolen Honeymoons are Better Than One' toont beeldmateriaal van de gestolen home-video van het huwelijk en de huwelijksreis van Pamela Anderson en Tommy Lee die op Internet verspreid werd. Het bronnenmateriaal is qua vorm radicaal vereenvoudigd wat de cartooneske levensstijl van de beroemdheden benadrukt. Het bevat enkele hilarisch simpele zinnen uit de oorspronkelijke video wat het geheel ontzettend alledaags maakt. Het is iconisch geworden enkel door onze reactie op de video en houdt ons een spiegel voor van onze obsessie voor details van het leven van beroemdheden.

Dora García (E, 1965, lives and works in Brussels)
Yes or No, 2005
computer game (flash), video and audio installation
Courtesy Michel Rein Gallery, Paris



Het werk van Dora García gaat in op de wederzijdse afhankelijkheid van het individu en de samenleving. Haar werken lijken een poging te zijn die heersende gedachte te willen ondermijnen. In de audio-visuele installatie zijn op de muur de woorden ‘yes’ en ‘no’ zichtbaar. Een stem formuleert vragen. Alleen als de vraag correct beantwoordt is gaat het spel verder, zoniet dan is het game over. De vragen zijn persoonlijk en dus niet zomaar goed of fout te beantwoorden, het zijn vragen als ‘Bestaat God?’ of ‘Ben je jonger dan 40?’. Het werk, de stem, de kunstenaar en het publiek weten na het spelen de mogelijkheden en beperkingen van dit ‘spelletje’. Om verder te komen dien je de antwoorden van de stem te geven, in plaats van dat je een persoonlijke reactie kunt geven. Voortkomend uit een idee als bijvoorbeeld doelgroepenmarketing is García geïnteresseerd in welke toevalligheden er bestaan tussen haar ideeën en die van bezoekers. In plaats van met haar kunst open vragen op te roepen geeft ze in dit werk een mogelijk antwoord. Ze doelt hiermee op het onpersoonlijke karakter van veel situaties waarin we ons bevinden, waar het onduidelijk is met wie we te maken hebben; wie de situatie beheerst. Situaties als het gebruik van luidsprekers op openbare plekken, of de beveiligingscamera die ons ‘beschermt’ bij pinautomaten.

Susan Härtig (DE, 1980, lives and works in Vienna)
Disconnected, 2007
Tent

Hoe kunnen we ontsnappen aan de inbreuk op onze privé-ruimte en toch mobiel blijven in deze wereld waar we overal bereikbaar zijn en gelocaliseerd worden. Het werk ‘Disconnected’ is een tent die bekleed is met het materiaal ‘e-blocker’. E-blocker beschermt bijna perfect tegen electromagnetische straling/velden die veroorzaakt worden door zendmasten, radio-toepassingen, Blue tooth of RFID. Geen mobiele telefoon is bereikbaar in de tent. Hiermee wordt de tent een ‘non-space’, een witte vlek in de telecommunicatieve plaatsbepaling. Hiernaast past de nomadische tent in zijn vorm als flexible architectuur zich makkelijk aan de snel veranderende omgeving waarin wij leven aan en kan dus eenvoudig opgepakt en op een nieuwe plek neergezet worden.

meet me! read me! feed me!, 2006
t-shirts with rfid technologie



Hiernaast heeft Susan Härtig t-shirts ontworpen gebruikmakend en reagerend op het fenomeen RFID (radio frequentie identificatie). Kleding en vooral t-shirts worden vaak gebruikt om bepaalde waarden, identiteiten of politieke boodschappen mee over te brengen. Aangezien RFID identificatie gegevens onzichtbaar zijn heb je geen invloed op informatie die op personen, of objecten geplakt is en in andere handen komt of verloren raakt. De t-shirts van Susan Härtig bevatten een RFID waslabel waarop een kleine hoeveelheid tekst geplaatst kan worden. Als je een t-shirt koopt kun je zelf de tekst bepalen die dan overal zichtbaar wordt waar RFID technologie in het openbaar aanwezig is, wat soms tot irritaties van bestaande RFID systemen kan leiden. Hiernaast heeft ieder t-shirt een grote print van een RFID-chip. De normaal onzichtbare antenne en componenten van de chip worden hiermee zichtbaar en herinneren ons eerder aan een organisch systeem dan aan een technologische structuur.

Jill Magid (U.S.A., 1973, lives and works in New York)
Evidence Locker, 2004
Control Room, 2004, 2 channel DVD, 10' min. loop
Trust, 2004, DVD, 18' min.



Het werk van Jill Magid zoekt de emotionele en filosofische band tussen 'beschermende' instituten en het individu. In 'Evidence Locker' ontwikkelt Magid een hechte band met 'Citywatch (Merseyside Politie en de Liverpool gemeente), wiens functie de bewaking van de totale stad via camera’s is. De video's in dit project zijn in scene gezet en gemonteerd door de kunstenaar, maar gefilmd door de politie met openbare bewakingscamera's. In een felrode regenjas belde Magid de politie in functie, en vroeg ze om haar te filmen, of zelfs om haar door de stad te leiden met haar ogen dicht. Voordat het filmmateriaal van het systeem uitgewist wordt blijft het 31 dagen bewaard. Om toegang te krijgen tot het materiaal leverde Magid de noodzakelijke rechtsdocumenten; ingevuld als liefdesbrieven.
Jill Magid schrijft “Ik zoek intieme relaties met onpersoonlijke structuren. De systemen waarmee ik gekozen heb te werken, zoals de politie, geheime dienst, bewakingscamera's en forensische identificatie, functioneren op een afstand, met een groothoek blik, iedereen over een kam scherend, het individu uitgummend. Ik zoek de mogelijke zachtheid en intimiteit van hun technologieën, de misvatting van hun alwetende gezichtspunt, de manieren waarop ze geheugen vasthouden (maar vaak vergeten te onthouden), hun verstokte positie in de samenleving (de reden van hun onzichtbaarheid), hun autoriteit, hun schijnbare onaantastbaarheid en hiermee hun mogelijke omkeerbaarheid.”

Eva and Franco Mattes aka 0100101110101101.ORG
(IT, 1976, live and work in New York, Bologna and Barcelona)
Reenactment of Marina Abramovic and Ulay's Imponderabilia
Synthetic Performance in Second Life, 2007
Courtesy Postmasters Gallery, New York



Eva en Franco Mattes aka 0100101110101101.ORG verspreidden onder andere een computervirus als kunstwerk en promootten een niet bestaande Europese blockbuster film. Sinds 2007 onderzoeken ze in hun 'Synthetic Performances' de grens tussen de fysieke en de virtuele wereld, tussen spontaniteit en constructie. Dit doen ze door middel van het virtueel her-uitvoeren van historische performances. 'Imponderabilia' werd in 1977 door Marina Abramovic en Ulay uitgevoerd in Bologna, Italië. Zij stonden naakt in de hoofdingang van de Galleria Communale d'Arte Moderna. Iedereen die het museum in wilde moest zich zijwaarts langs de naakte lichamen manoeuvreren. Dertig jaar later voeren Eva en Franco de performance opnieuw uit in Second Life, via Avatars. Alles is van te voren geprogrammeerd; de ooit directe fysieke actie is nu geconstrueerd en voorspelbaar geworden. Publiek van over de hele wereld kan via de openbare ruimte van Second Life op de gebeurtenis reageren, maar de ongemakkelijkheid die wordt opgeroepen als je een naakt lichaam schampt, is hier volkomen abstract gemaakt. Niets is spontaan, alles is kunstmatig: het tegenovergestelde van het idee van een performance in de fysieke wereld.

Eduardo Navas (SV, 1969, works and lives in Los Angeles and San Diego)
Diary of a Star, 2004 - 2007
weblog
http://navasse.net/star



In ‘Diary of a Star’ geeft kunstenaar Eduardo Navas een nieuwe context aan fragmenten uit de dagboeken van Andy Warhol. Hij verbindt deze vroege vorm van legendarisch zelfbewustzijn, het openbaar maken van persoonlijke en soms erg futiele details, aan de houding van online persoonlijkheden in blogs. Navas reageert in de vorm van een blog op de traditie van dagboeken, het private en publieke, het idee van een beroemdheid en zijn leven als publiek persoon en de activiteit van surfen op het internet als sociale, openbare ruimte. Hij bekijkt de gedachten van Warhol en zet daar zijn eigen verhaal naast dat zo als kritische uitbreiding functioneert van de esthetiek van Warhol, de wens om continu in de publiciteit te willen staan. Bloggen is een online activiteit waar de scheidslijn tussen publiek en privaat vervaagt. De uitingen in blogs zijn vergelijkbaar met dagboeken, maar de privé-verhalen worden openbaar gemaakt aan een onbekend publiek. Bloggers zijn zich hier impliciet van bewust, wat de informatie besmet maakt. De publiek-private tweedeling waar Warhol zo in geïnteresseerd was, in zijn werk en zijn leven, wordt hier zichtbaar. Want ook het dagboek van Warhol leest alsof hij wist dat het ooit uitgegeven zou worden, wat zijn bewustzijn als publiek figuur tastbaar maakt.

Marisa Olson (DE, 1977, lives and works in New York and Los Angeles)
Marisa's American Idol Audition Training Blog, 2004
website
http://americanidolauditiontraining.blogs.com/
The One That Got Away, 2005
DVD, 9' min.



Marisa Olson doet performances, werkt met video en geluid, maakt tekeningen en installaties. Haar werk bevindt zich op het kruispunt van muziek, entertainment en de culturele geschiedenis van technologie. Ze heeft een aantal locaties voor haar werk op het Internet zodat het geen verrassing is dat ze voor een blog koos toen ze besloot auditie te doen voor de populaire reality show, ‘American Idol’, als kunstproject. Op haar blog reageerde lezers en adviseerde haar in elke fase, voor elk outfit en elk nummer dat ze koos. Olson haalde het uiteindelijk niet tot de finale, maar heeft de auditie ervaring opnieuw gebruikt voor haar video, 'The One That Got Away' die ook getoond wordt. Door de enorme persreacties die verschenen op haar 'Training Blog' wilden de producenten van de show Marisa Olson een aantal dagen volgen tijdens haar audities voor ‘American Idol’. Uiteindelijk is er geen seconde materiaal uitgezonden en ze vermoedt dat men uiteindelijk de aard van de parodie begreep. De video is een fictieve heropvoering die ingaat op het reality tv format en zich ergens tussen echt en gesimuleerd in bevindt. Olson maakt zichtbaar dat niet alleen het tv format ‘American Idol’, maar ook de blog, de mensen die erop reageren en de kunstenaar zelf, zich op een vreemd kruispunt van publiek en privaat terrein bevinden.