works

Yes we're open werken

RECEPTIE

INTK
unCloud, 2012

De vrijheid van het internet wordt steeds meer ter discussie gesteld. Overheden willen internet reguleren en controleren en internet aanbieders willen de toegang beperken. De snelle groei in populariteit van sociale netwerk sites en de huidige ontwikkelingen op het gebied van dienstverlenende platforms (ook wel bekend als 'cloud computing') zijn duidelijke voorbeelden van de privatisering en commercialisering van sociale productie. Het is duidelijk geworden dat onze ervaringen op het web verbonden zijn met aan het medium inherente tegenstellingen die worden gereflecteerd in de technische organisatie ervan. Om ons eraan te herinneren dat het internet kan bestaan zonder gecentraliseerde controle, heeft INTK unCloud ontwikkeld.
unCloud is een applicatie die iedereen met een laptop de mogelijkheid biedt een open draadloos netwerk te creëren en binnen een locale context informatie kan distribueren. Zodra het in de lucht is, kunnen voorbijgangers met een mobiel internet apparaat (smartphone) verbinding maken met het draadloze netwerk. Gebruikers hebben toegang tot de informatie, maar maken geen verbinding met het internet aangezien het netwerk uitsluitend lokaal opereert. Diegene die de applicatie runt, bepaalt welke informatie te zien is op alle adressen. Als een gebruiker verbinding maakt met het netwerk en bijvoorbeeld www.google.com intypt, komt hij of zij in plaats daarvan terecht bij de informatie die geselecteerd is door de persoon die de desbetreffende lokale unCloud beheert.

NIMk biedt je de kans de software te downloaden en je eigen unCloud netwerk te beginnen. Als uitbreiding van het project, installeerde INTK unCloud op 5 verschillende locaties in Amsterdam: NIMk, de Balie, SMART Project Space, SMBA en Trouw. Elke unCloud bevat audiovisueel materiaal van de archieven van een andere organisatie. Zo bevat de unCloud bij NIMk politieke debatten van het archief van de Balie en is er op de unCloud bij de Balie videokunst van de NIMk collectie te vinden.

UnCloud is gemaakt in opdracht van STUK Leuven, België en Arnolfini, Bristol, UK.

http://www.intk.com/


RUIMTE 1

Martijn Engelbregt
ERGONED 'illegalenformulier', 2003

Martijn Engelbregt is een proceskunstenaar. Hij is oprichter van EGBG (Engelbregt Gegevens Beheer Groep) waarmee hij de wederzijdse rol van het individu in de groep onderzoekt en legt met relatief eenvoudige middelen complexe bureaucratische structuren bloot. Engelbregt ontwerpt formulieren, enquêtes, instituten en ondernemingen geïnspireerd op werkelijk bestaande structuren waarbij het publiek wordt uitgenodigd op zijn aanbod te reageren. De kunstenaar matigt zich geen oordeel aan, rangschikt niet hiërarchisch en scheidt het kaf niet van het koren; voor hem is de procedure het eigenlijke werk.
Rond de kerstdagen in 2003 ontvingen 200.608 huishoudens in Amsterdam een 'aangifteformulier' waarmee ze aan konden geven wat hun n.a.w. gegevens waren, of ze illegaal waren, of ze illegalen kenden, wat hun relatie tot deze vermeende illegalen was en of zij deze wilden aangeven.

Martijn Engelbregt, de bedenker van het formulier en oprichter van REGONED (Registratie Orgaan Nederland), was benieuwd hoe mensen op dergelijke vragen zouden reageren in die specifieke tijd: er werden op dat moment proeven gedaan met de anonieme kliklijn waarmee burgers elkaar aan konden geven. De verzending van de formulieren ging vooraf aan een themaweekend in de Balie in Amsterdam met de titel Grenzeloze Solidariteit in januari 2004. Engelbregt wilde ingevulde exemplaren bij de Balie exposeren tijdens het weekend maar zag daar onder andere door doodsbedreigingen vanaf. Voor Yes, we're open toont hij deze controversiële formulieren voor het eerst aan het publiek.
http://www.regoned.nl/
http://www.egbg.nl/


RUIMTE 2

te zien: 27 juli tot het eind
Harrell Fletcher
Where I’m Calling From
BMW Tate Live Performance Room

Where I’m Calling From van Harrel Fletcher maakt onderdeel uit van de BMW Tate Live Performance Room-serie - een programma van live, online performances die tegelijkertijd door een internationaal publiek over de hele wereld in verschillende tijdszones op www.youtube.com/tate bekeken kunnen worden.

De kunstenaar Harrell Fletcher nodigde een straatmuzikant uit om zijn performance van de metrostations en straten van Londen te halen en om deze live, online, op 28 juni 2012 voor het wereldwijde BMW Tate Live Performance Room publiek in het museum op te voeren.

Fletcher's werk bestaat vaak uit sociaal geengageerde collaboratieve en interdisciplinaire projecten. Voor zijn BMW Tate Live performance, Where I’m Calling From, verschuift de straatmuzikant zich van het spelen voor een lokaal Londens publiek naar het spelen voor een wereldwijd online podium. Door het verplaatsen van deze muzikant van het metrostation naar het museum, en weer terug de wereld in via het internet, wil Harrell Fletcher de waarde en de invloed van het internet ter discussie stellen.

 

te zien: 2 juni t/m 8 juli 2012
DUS Architects
Bubble Building, 2012

Bubble Building is letterlijk een grote zeepbel die op knappen staat. Het delicate en efemere paviljoen nodigt uit tot interactie en samenwerking omdat het pas opgebouwd kan worden wanneer bezoekers elkaar helpen. De installatie bestaat uit hexagonale bassins (een vorm die automatisch ontstaat wanneer bubbels aan elkaar plakken) met zeepwater die samen een groot spiegelend oppervlak vormen waarop bezoekers kunnen staan. Op dat moment is er nog niets te zien en verwijzen alleen uitstekende handvatten naar wat er moet gebeuren. Wanneer iedereen een handvat beetpakt en de bezoekers gezamenlijk de metalen frames omhoog trekken, ontstaan de enorme iriserende muren van zeep. Als flinterdunne gevels van vloeibaar glas zijn de resulterende zeep-bouwsels even kwetsbaar als spectaculair. In een oogwenk zijn ze immers weer verdwenen. Toch verwijst Bubble Building ook naar monumentaliteit: zoals de oneindige cyclus van bouw, afbraak en wederopbouw binnen het stedelijk landschap worden de vliesdunne muren van het paviljoen steeds vernieuwd en geregenereerd.
http://dusdus.nl/


RUIMTE 3

Spiros Hadjidjanos
Network Time, 2011
Draadloze router, aangepaste router firmware, glasvezel lichten, elektronica. Variabele afmetingen
Nieuwe middelen om tijd zichtbaar te maken reflecteren niet alleen, maar veranderen ook ons begrip van tijd. Network Time is gebaseerd op ideeën over hoe alledaagse gebruiksvoorwerpen de manier waarop we nadenken over wat deze objecten meten veranderen. Het werk bestaat uit draadloze routers die opgesteld in de tentoonstellingsruimte door ieder mobiel apparaat met internet opties gebruikt kunnen worden. Aan elke router is een glasvezelkabel bevestigd die gericht is op het absorberen en vergroten van het door dataverkeer veroorzaakte flikkerende LED licht. De zichtbaar gemaakte uitwisseling van informatie creëert een ruimte waarin bezoekers niet alleen fysiek een interactie kunnen aangaan, maar ook qua informatie. Iedere verzonden e-mail en iedere website die wordt gecheckt met een op de router ingelogde smartphone wijzigt de regelmaat waarmee de kabels oplichten, variërend van incidenteel geknipper tot constante flikkeringen.
Tijd werd niet altijd opgevat als lineair en onveranderlijk, maar kon alleen zo opgevat worden sinds de verlichting toen denkers toegang kregen tot accurate pendules die niet continu onderhouden hoefden te worden en niet gevoelig waren voor weersomstandigheden. Beschouwd als een soort inloopklok, kan Network time een gelijksoortige kracht toegekend krijgen om onze ervaringen en ons begrip van tijd te beïnvloeden. In tegenstelling tot onze opvatting van tijd als iets dat lineair voortschrijdt, is Network Time zo vatbaar voor inmenging dat een groeiende hoeveelheid individuele reacties uiteindelijk het visuele effect van anderen ongedaan maken. Hoe meer data uitgewisseld wordt, hoe sneller de lampen gaan flikkeren en hoe moeilijker het wordt onderscheid te maken tussen individuele flikkeringen. Door te suggereren dat de vierde dimensie zeer buigzaam is, roept Spiros Hadjidjanos een concept van tijd op dat overeenkomt met de paradoxale vermogens van het internet om de individu macht te geven en tegelijk onzichtbaar te maken. In Network Time lijkt tijd aan iedereen z'n kant te staan, tegelijkertijd.
http://www.spiroshadjidjanos.net/


GANG

te zien: 27 juli tot het eind
Metahaven & Jonas Staal
Nulpunt (0.

Nulpunt, de meest recente toevoeging aan de steeds uitbreidende tentoonstelling Yes, we're open gaat in op het streven naar een democratie zonder geheimen. Net als de werken van !Mediengruppe Bitnik en Martijn Engelbregt is dit werk nadrukkelijk politiek van aard en adresseert het onderwerpen als het binnen- en buitensluiten van mensen en groepen en de (on)toegankelijkheid van informatie.

De kunstenaar Jonas Staal en ontwerpstudio Metahaven hebben samen Nulpunt opgezet. Deze FOI (Freedom of Information) website is een combinatie van Wikileaks en sociale media. Nulpunt verzamelt alle documenten die door de Nederlandse overheid en publieke sector worden geproduceerd in een online database. Gebruikers kunnen vervolgens deze informatiestroom doorzoeken, commentaar leveren op documenten en deze delen.

Nulpunt is ontwikkeld als een gebruiksvriendelijke tool om de overheid te volgen en controleren. De website sluit aan op nieuwe ontwikkelingen binnen de Nederlandse wetgeving omtrent de vrijheid van informatie. De Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) specificeert hoe instanties om dienen te gaan met verzoeken van burgers om publiek relevante informatie. De wet stamt echter uit 1980 en is sterk verouderd, een product uit het pre-digitale tijdperk. Bovendien suggereert de wet een autoritaire, bureaucratische houding ten opzichte van burgers waarbij toegang tot informatie niet wordt beschouwd als een recht, maar als een gunst. De nieuwe wet stelt dat toegang tot informatie een recht is en verplicht autoriteiten om informatie snel en eenvoudig toegankelijk te maken en verzekert dat in de toekomst alle documenten die door de overheid geproduceerd worden automatisch snel online toegankelijk gemaakt worden.

Metahaven en Staal, die samenwerken met het IJslandse IMMI, een organisatie verantwoordelijk voor verstrekkende omwentelingen op het gebied van transparantie in het land, zien Nulpunt als een fundament van wat zij 'een democratie zonder geheimen' noemen.

Voor meer informatie zie:

De Nieuwe Reporter, "Pleidooi voor een lekkende overheid", door Jonas Staal, Vinca Kruk, Daniel van der Velden en Brenno de Winter.

The Verge: "FOIA with friends: social platform Nulpunt looks to abolish government secrecy". "Pleidooi voor een lekkende overheid"

http://nulpunt.nu

 

Elín Hansdóttir
Taking Time, 2006

Taking Time is een diaprojectie bestaande uit gevonden foto's van demonstraties uit de vroege 20e eeuw tot 2006. De vastgelegde figuren houden borden vast met daarop teksten die de aandacht moeten trekken: protestleuzen, reclames. Deze teksten zijn echter uitgewist waardoor de borden hun betekenis hebben verloren. Wat oorspronkelijk bedoeld was om een duidelijk statement te maken, is een onbeschreven blad geworden. Als beschouwer kun je zoeken naar betekenis en de andere signalen binnen het beeld proberen te lezen, maar je zult nooit verder komen dan een interpretatie.
http://www.elinhansdottir.net/

Caleb Larsen
A tool to deceive and slaughter, 2009

Geïnspireerd door Jean Baudrillards publicaties over de kunstveiling maakte Caleb Larsen A tool to deceive and slaughter. Deze zwarte doos, die is gebaseerd op Box with the sound of its own making van Robert Morris, verkeert in een permanente staat van flux en probeert zichzelf voortdurend te veilen op eBay. Elke tien minuten maakt een in de doos verborgen micro controller via een ethernet verbinding contact met een server op het internet om te controleren of het werk nog wel te koop staat. Indien de veiling afgelopen is wordt er automatisch een nieuwe veiling gestart. Indien iemand het werk koopt, is de vorige eigenaar verplicht het werk door te sturen naar de nieuwe eigenaar. Deze is vervolgens verplicht het werk te verbinden met het ethernet zodat de cyclus zich kan herhalen. De doos zelf, net als het werk van Morris uit 1961, verwijst qua vorm niet naar waar het werk over gaat. De minimalistische vorm ontkent de aanwezigheid van de, vaak zo gewaardeerde, hand van de kunstenaar en laat, ook door de cryptische titel, veel over aan de verbeelding. Aangezien dit werk niet alleen wordt gedefinieerd door het object, maar ook juist door de veiling en bijbehorende handelingen, is het contractueel vastgelegd dat het werk ten aller tijde met het internet verbonden moet zijn. Indien hier niet aan wordt voldaan wordt het werk niet langer erkend door de kunstenaar.

http://atooltodeceiveandslaughter.com
http://www.caleblarsen.com/

 

Moniker
Green Grass Fungus, 2012

Green Grass Fungus is een vervolg op Red- en Blue Fungus, maar dan met andere regels. Als bezoeker van de tentoonstelling heb je bij binnenkomst een stikkervel gekregen en je bent uitgenodigd om deze op de vloer te plakken volgens een paar eenvoudige regels.
Doordat er slechts 4 eenvoudig vormgegeven stikkers zijn, is de vrijheid tot expressie beperkt. Hoewel de individuele bezoeker slechts een eenvoudige taak heeft, resulteert het feit dat velen meedoen tot een complexer beeld. De plaatsingsvrijheid (binnen de regels) confronteert de bezoeker met de onmogelijkheid van het maken van een arbitraire keuze. Patronen ontstaan doordat bezoekers in hun keuzes worden beïnvloed door wat anderen al gedaan hebben. Zo werken uiteindelijk alle bezoekers samen aan de realisatie van een nieuw beeld. De Fungus serie gaat zo over de vergelijking tussen 'computationele willekeur' en (on)bewuste menselijke acties.

http://studiomoniker.com/

Baden Pailthorpe
Formation VI, 2012

HD Video/Video Game Performance
16:9, kleur, geluid. 8'34 minuten
Gemaakt in een trainingssimulator van het Amerikaanse leger is Formations VI een studie van militaire bewegingen en geografie. Dit werk, dat de situatie in Afganistan simuleert, groepeert Amerikaanse soldaten bij leden van de Taliban die niet weten dat ze naast elkaar door een oneindig verlaten woestijnlandschap marcheren. Zich niet bewust van elkaars aanwezigheid dankzij een gehackte setting binnen het 'spel', zijn de soldaten niet in staat om vijandigheid in de ander waar te nemen. Samen voeren ze een eenvoudige en universele actie uit: rennen.
Deze eenvoudige performance kenmerkt zich door vervreemdende ritmes, verlaten landschappen en krakende virtuele laarzen die de gebruikelijke verbeelding van geweld in deze extreem bemiddelde oorlog overstijgen. De vreemde vormen worden versterkt door de grote hoeveelheid soldaten en simuleren typische militaire strategieën zoals visuele deceptie, camouflage en verwarring. Zoals gebruikelijk binnen het militaire jargon, wordt er verwezen naar het collectieve lichaam (corps mariniers) en de haast machinale structuur die ontstaat wanneer gedisciplineerde lichamen met militaire precisie worden samengevoegd. Deze Formations vormen dus een ontkenning van de beperkingen van het individuele lichaam en vervangen deze door de kracht van een gehard, genetwerkt collectief dat is opgebouwd uit individuele cellen.

http://www.badenpailthorpe.com/



RUIMTE 4

!Mediengruppe Bitnik
Opera Calling - Arias for All, 2007/2008

Interventie / Video Installatie
Opera Calling - Arias for All was een artistieke interventie in het systeem van het operahuis in Zürich die plaatsvond van 9 maart tot 26 mei 2007. De inwoners van Zürich kregen in die periode toegang tot de opera's in het auditorium van het operahuis door middel van audio bugs; afluisterapparatuur. In plaats van de audio opnamen uit te zenden op tv of via de radio, werd iedereen individueel benaderd via de telefoon. De audio bugs zonden de optredens uit naar willekeurig geselecteerde telefoonnummers in de stad. Wie de telefoon opnam kon direct naar de opera luisteren via een live verbinding. Wanneer de luisteraar ophing, belde de telefooncentrale automatisch een ander nummer. Door de telefoon te gebruiken voor de verspreiding van de uitzendingen, werd het auditorium virtueel opengesteld: niet via de omroep, maar via een bezorgservice: de verbindingen met de opera waren één op één, en luisteraars konden vanuit hun luie stoel meeluisteren met de opera. Uiteindelijk werd er meer dan 90 uur aan opera uitgezonden naar 4336 verschillende huishoudens.
Het operahuis opende een zoektocht naar de afluisterapparatuur en in een eerste reactie dreigden ze juridische stappen te ondernemen als de uitzendingen niet werden gestaakt en de zenders niet verwijderd werden. Dit dreigement leidde tot een levendige discussie in de media over cultureel eigendom en subsidies. Uiteindelijk besloot het operahuis van Zürich Opera Calling te tolereren als een tijdelijke verrijking van hun performance repertoire.

http://www.opera-calling.com/
www.bitnik.org


RUIMTE 5

Ann Lee Call
 

In 1999 kochten de kunstenaars Pierre Huyghe en Phillipe Parreno een mangafiguur van “K” Works, een Japans bedrijf dat mangafiguren ontwikkelt. De kunstenaars besloten de animatie te ‘bevrijden’ van de animatie-markt en gaven het de naam Annlee. Nadat Huyghe en Parreno zelf werken met Annlee hadden gemaakt, nodigden ze andere kunstenaars uit om haar, gratis, te gebruiken voor nieuwe kunstprojecten. Annlee kreeg zo een stem, een geschiedenis en een identiteit; dook op in animatiefilms, schilderijen, objecten, installaties, posters, tijdschriften, geluidswerken en een boek. Uiteindelijk werden er 28 werken geproduceerd door 18 kunstenaars. In 2002 kwam Annlee definitief aan haar einde (inclusief doodskist) en werd ze bevrijd uit het rijk der representatie -zoals Huyghe en Parreno het omschreven- door de copyright op het beeld over te dragen aan Annlee zelf.

Is dit werkelijk het einde? Is Annlee dood, vrij of beiden? Copyright werd hier expliciet gebruikt om een toegeëigend beeld, dat de potentie heeft als open kunstwerk vrij te circuleren, af te sluiten. Annlee is met deze daad verdwenen als beeltenis, maar niet als onderwerp van discussie of als inspiratiebron voor nieuwe kunstwerken. Zoals Philippe Parreno het zelf zei: ‘Het project eindigt niet met de afwezigheid van Annlee, het kan altijd meer auteurs voortbrengen.’ Tien jaar nadat het project afgerond werd, nodigt NIMk bezoekers uit om ‘officieus’ te reageren op het Annlee project. Nieuwe interpretaties op het project kunnen worden geüpload op de blog van het project: http://nimk.nl/blog/annlee/, die ook in de tentoonstelling gepresenteerd wordt.



Wayne Horse
interpretatie op het Annlee project

Willehad Eilers, beter bekend als Wayne Horse, woont en werkt in Amsterdam. Hij is een multidisciplinair kunstenaar: hij maakt tekeningen en muurschilderingen, animaties, video’s, installaties en performances. Horse experimenteert met uiteenlopende wijzen waarop verhalen verkend kunnen worden met als doel het verhaal de mogelijkheid te geven zichzelf te vertellen. Het avontuur speelt een sleutelrol binnen zijn oeuvre: filmscenario's worden tijdens het monteren geschreven, willekeurige daden bepalen hoe projecten vorm krijgen en vormen de basis waarop verdere beslissingen worden genomen. Zijn werken zijn paden om te bewandelen en alles wat je onderweg tegenkomt valt op z'n plek.
In het kader van de call voor nieuwe reacties op het Annlee project, heeft NIMk deze creatieve duizendpoot gevraagd zijn interpretatie te geven van No ghost just a shell project van Philippe Parreno en Pierre Huyghe en Annlee een nieuw leven te geven.

http://www.waynehorse.com/

Wayne Horse over zijn werk:

"Het contract over het begraven van annlee waarin ze te rusten wordt gelegd zonder haar dood te laten gaan kwam op mij als een vrij sombere visie over. Het doel is om zichtbaar te maken dat annlee's geest (no ghost just a shell) voortleeft. Nu meer dan ooit.
Het is de tijd waarin eindeloze hoeveelheden beelden elke dag worden toegevoegd aan de steeds groeiende beeldbank van het internet. In principe levert iedereen een huls (shell) die door iedereen die dat wil gebruikt kan worden. Het is onmogelijk om te controleren wie wat zal doen met een willekeurige afbeelding die naar de wereldwijde wateren van het internet geüpload is. Het hele internet is een speeltuin voor iedereen die wil dat het dat is.
Alle beelden die in deze video werden gebruikt zijn willekeurige portretten die gevonden zijn via sociale netwerken en 'Google Image Search'. Natuurlijk zijn er personages en levens verbonden aan elk persoon. Ik besloot om dit gegeven volledig te negeren en in plaats daarvan de portretten als kneedbare lege modellen te gebruiken. De reden voor het selecteren van juist deze portretten is dat hun gezicht als een van de eersten naar boven kwam bij het zoeken naar afbeeldingen. Om hun functie als lege huls te benadrukken werden hun gezichten vervormd zodat zij op annlee lijken. Op het einde van de videoclip zien we annlee ouder worden en uiteindelijk tot rust komen. De fakkel wordt doorgegeven aan een miljoenenleger."