tentoonstelling

Grand Opening

Van 12-12-1997 t/m 10-01-1998


Openingsexpositie


Gary Hill (USA), Peter Bogers (NL), Han Bierman, Bert Schutter, SERVAAS, Nan Hoover, Pieter Baan Müller

GRAND OPENING

Peter Bogers

Op 12 December 1997 bestaat MonteVideo/TBA twintig jaar! Ontstaan als galerie voor videokunst, is MonteVideo/TBA uitgegroeid tot het Nederlands Instituut voor Mediakunst. Gezegd mag worden dat videokunst zich heeft ontwikkeld tot een volwaardige vorm van hedendaagse kunst. Dit blijkt vooral uit het krediet en de acceptatie vanuit de museumwereld, die met steeds grotere regelmaat ‘de tijdsgeest met mediakunst tentoonstellen’. De ontwikkeling van het medium is gelijk evenredig gegaan met de ontwikkeling van MonteVideo/TBA. Na twintig jaar heeft MonteVideo/TBA een huisvesting met een volwassen uitstraling. René Coelho, oprichter en directeur van het instituut, kan met voldoening zijn jarenlange inzet reflecteren en neemt als een wijs heer afscheid op een mooi moment. Op 12 December 1997 vallen een aantal memorabele feiten samen; het twintig jarige jubileum van MonteVideo/TBA, het afscheid van René Coelho en de intree van Heiner Holtappels als interim-directeur èn de officiële opening van het nieuwe, stap voor stap, gerenoveerde gebouw. Deze opeenstapeling van belangrijke gebeurtenissen zullen groots gevierd worden gedurende deze dag met allerlei activiteiten van 12.00 uur ’s middags tot 24.00 uur ’s avonds.

Servaas Pffft

Wat staat er zoal te gebeuren? Ten eerste de openingsexpositie met werk van Gary Hill (US) Reflex Chamber (1996) en Peter Bogers (NL) Ritual 1 & 2 (1997) en daarnaast een selectie van vijf markante Single Channel installaties. Het zijn werken van een vijftal kunstenaars die zeer bij de geschiedenis van MonteVideo/TBA betrokken zijn geweest; onze pioniers. Op chronologische volgorde: Han Bierman Nothing (1979), Bert Schutter Escultura (1983), Servaas Pffft (1984), Nan Hoover Desert (1985) en Pieter Baan Müller Aan/Uit (1992).

Nan Hoover Desert

Naast de tentoonstelling zullen er in de nieuwe vertonings/presentatiezaal, die met dank aan het VSB Fonds kon worden opgeknapt en ingericht, òm het uur live-interviews worden gehouden door Willem van Weelden (mediatheoreticus/publicist). Diverse mediakunstenaars zijn voor deze openbare gesprekken uitgenodigd; Fiona Tan, zij kreeg onlangs een filmprijs voor haar documentaire Dat u in interessante tijden moge leven tijdens de Utrechtse filmdagen en vertegenwoordigt ons land momenteel op de Biënnale van Johannesburg, Rachel de Boer, Eyegasm-veejay, Rijksacademie-student en verantwoordelijk voor de visuals van het VPRO-programma Zomergasten, Rineke Dijkstra, fotografe/beeldend kunstenaar, exposeert momenteel in het MOMA in New York, Gerald van der Kaap, mediakunstenaar in de under- en upperground, Gary Hill, gevierd internationaal mediakunstenaar en Peter Bogers, wiens werk door MonteVideo/TBA wordt beschouwd als gelijkwaardig aan dat van Gary Hill.

Gary Hill / Reflex Chamber

Het idee voor de openbare interviews is ontstaan naar aanleiding van de diverse reacties op het afgelopen World Wide Video Festival in Amsterdam. Kunstenaars worstelen met hun ‘afzetgebied’, variërend van museum, televisie, bioscoop, discotheek of galerie. Is videokunst een schakel tussen disco en museum, zoals in het NRC werd beweerd? En wordt het videowerk op elk vlak even serieus genomen? Het was duidelijk dat het optreden van Eboman in de Melkweg te veel ‘kunst’ probeerde te zijn en daarom niet op zijn plaats viel, ook al was het publiek voornamelijk ‘art-minded’. Kunstenaars kunnen met hun videowerk hedentendage allerlei kanten op en hebben hierdoor bijna een luxe probleem. Is dat zo?
In het verlengde van dit onderwerp vindt er halverwege de middag, eveneens openbaar, een ‘discussie-party’ plaats naar een concept van Willem van Weelden.

‘De hypothetische ruimte’.
De positie en situering van de videokunst is door de jaren heen geen eenvoudige geweest. Lang was deze relatief jonge loot aan de boom der kunsten in de ogen van velen een zorgenkindje dat leed aan een diepe identiteitscrisis. Men wist niet te bedenken waar ze nou eigenlijk bij hoorde en waar ze het best tot haar recht kwam. Toch wist ze voor lange tijd onafhankelijk te blijven. Dat veranderde toen het genre van de videoinstallatie zijn intrede deed. Die liet zich wat gemakkelijker plooien in de presentatie conventies van musea, waar voor lange tijd het bewegende beeld een anomalie was. Videokunst werd in die vorm toch een beetje beeldhouwkunst en als je een beetje abstract keek leken die monitoren op kinetische schilderijen. Probleem opgelost. Andere videokunstenaars verkozen liever de bioscoop dan de musea voor de vertoning van hun werk. Even was het rustig en helder, totdat veel jonge beeldende kunstenaars zich tot de cinema wendden voor het maken van werken. Niet alleen verwezen ze in traditionele media naar dit baken van de moderne tijd, maar ze veranderden de museumzalen tot alternatieve bioscoopjes. Helemaal knots werd het toen filmers ook wel iets zagen in de vertoning van hun werk in een museum. Met een deftig woord wordt dan gesproken over de convergentie van de wereld van de cinema en de wereld van de beeldende kunst. Cinema zie je niet langer in een bioscoop, maar die wordt tentoongesteld in musea om daar gesavoureerd te worden door het kunstminnend publiek. Je kunt je afvragen waar die trek door is ingegeven. Is het een teken dat de cinema in zijn huidige vorm al bijna gemummificeerd is en dus nergens anders heen kan dan naar de mausolea voor ‘moderne kunst’? Of is dit migrantengedrag een opgewekt overlevingsexperiment? Een manier om te onderzoeken of de serieuze film ergens anders kan bestaan dan in de door kassuccessen gedomineerde bioscoop? Hoe dan ook het heeft de positie van de videokunst er niet gemakkelijker op gemaakt.

In een recensie over de laatste aflevering van het World Wide Video Festival in NRC Handelsblad kopt Anna Tilroe met de enigmatische titel:‘Video valt onder film, niet onder schilderkunst’. Een constatering die uitnodigt tot vragen, want spreekt hieruit niet de vooronderstelling dat velen ooit zo oliedom waren geweest enig verband te zien tussen verf op doek en monitoren met bewegend beeld? En dat nu de cinema zijn intrede in het museale heeft gedaan, de videokunst eigenlijk de categorie toegewezen heeft gekregen die zij voor lange tijd zo node begeerde? De enige conclusie die zich laat trekken is dat de toekomst van zowel cinema als de videokunst op het spel staan. Het museum voor moderne kunst lijkt nog de enige enig denkbare beschutting voor deze bedreigde kunstvormen. De vraag rijst dan ook of het niet tijd is voor een definitieve scheiding der markten of de genrevervaging gezien moet worden als een generieke beweging die het zielloze haarkloven over categorieën doet verstommen in een wilde stroom van nieuwe beelden en nieuwe presentatievormen?

MonteVideo zag met haar viering van haar twintig jarig bestaan in het ensceneren van de discussie over dit thema, het juiste schot voor de boeg voor de komende twintig jaar. Grootheden uit de wereld van de cinema, de videokunst en de museale cultuur scharen zich bijeen om zich te buigen over dit verwarringstichtende thema. Uitgenodigd zijn Chris Dercon, directeur van het Boymans van Beuningen Museum in Rotterdam en liefhebber van cinema, Theo van Gogh, mediamogul en cineast, Anna Tilroe, kunstcritica en publicist, Bea de Visser, videokunstenares, Rudy Luyters, onregelmatig publicist en Heiner Holtappels, interim-directeur van MonteVideo. Moderator: Awee Prins, filosoof/publicist. (WvW)

Het publiek kan wanneer MonteVideo/TBA open huis houdt op deze dag kennis maken met de nieuwe vertoning/presentatiezaal, het laboratorium en het bibliotheek/documentatiecentrum waar de speciaal ontworpen viewing-faciliteiten, ontworpen door Martijn Veldhoen, en de informatie-terminal ‘Cyclope’ staan opgesteld. Om 17.00 uur start het officiële gedeelte met een aantal openingstoespraken door Felix Rottenberg (politicus, voormalig bestuurslid van MonteVideo/TBA), Tijmen van Grootheest (Directeur Amsterdams Fonds voor de Kunst), Nan Hoover (beeldend kunstenaar) en Ernst Bakker (Wethouder van Cultuur, Gemeente Amsterdam). Ter gelegenheid van het jubileum en om de ontwikkelingen van twintig jaar video/mediakunst nader te beschouwen heeft Rudi Luyters in opdracht van MonteVideo/TBA een essay geschreven dat wordt uitgegeven in de vorm van een klein boekje. Dit zal ter afscheid aan René Coelho worden uitgereikt.

Om de dag beweeglijk te houden zijn er een aantal performances gepland van video-pioniers Marina Abramovic (Joegoslavie, 1946) en Steina Vasulka (Ijsland, 1940). Dit onder voorbehoud. De SupperClub is verantwoordelijk voor de catering en zal opereren vanuit een speciaal daarvoor ingerichte lounge. Joost van Krieken (programmamaker bij AT5) behoort ook in het rijtje ‘ontspannen sfeer’. Hij is aangesteld als ‘Master of Ceremony’ en zal het sprekende gezicht zijn op deze dag en de verschillende gesprekken, interviews, performances en toespraken aan elkaar praten. Vanaf 22.00 uur ’s avonds geeft Gerald van der Kaap een video-optreden met het toonbeeldklavier van MonteVideo/TBA en is het FEEST. Wanneer de Gemeente Amsterdam heeft willen meewerken, zal er zich buiten het gebouw een spectaculair video-project voltrekken. Maar dat is nog een verrassing.