Inside Installations - Onderzoek
Vormen van registratie
Naast de casestudies naam het Instituut deel aan de documentatie werkgroep en verrichtte onderzoek naar de documentatie van installaties. Al eerder (project 404 object not found) ontwikkelde het Nederlands Instituut voor Mediakunst een registratiemodel voor de documentatie van mediakunst. Naast de toepassing van dit model en een case studie naar de ontsluiting van archief materiaal mbt installaties (website Imago) werd onderzoek verricht naar de visuele documentatie van installaties. In het bijzonder naar de video- en 3d registratie van installaties
De video documentatie van installaties
Het Nederlands Instituut voor Mediakunst presenteert, produceert en documenteert al 25 jaar installaties. Sinds een aantal jaren wordt daarnaast onderzoek verricht naar de (video) registratie van installaties. De eerste studies gaan terug tot 1978, met de registraties van de eigen activiteiten, gevolgd door de registraties van installaties ten behoeven van distributie. Een van de recentste studies naar registraties werd uitgevoerd in 2006 en wordt in 2007 op 3 DVDs gepubliceerd onder de titel Installations 1975-2006.
Het Nederlands Instituut voor Mediakunst presenteert, produceert en documenteert al 25 jaar installaties, Sinds een aantal jaren wordt daarnaast technisch onderzoek verricht naar de 3D registratie van installaties. De eerste studies gaan terug tot 1996, met de realisatie van the Second, Time Based Art from the Netherlands: 17 sculpturen/installaties tentoongesteld en gemodelleerd op CD. Een van de recentere studies werd uitgevoerd in 2002 toen in samenwerking met Digital ArtLab, Martin Sjardijn en de Universiteit van Amsterdam, een virtuele versie van het instituut gemaakt werd en diverse experimenten uitgevoerd werden met het modelleren van tentoongestelde installaties.
In het kader van het documentatie onderzoek binnen het project Inside Installation onderzocht het Nederlands Instituut voor Mediakunst van medio 2004 tot medio 2007 de 3D documentatie van installaties.
Bij het documenteren van een installatie spelen verschillende aspecten een rol; de fysieke elementen cq karakteristieken van de installatie, hun onderlinge relatie en relatie tot en positionering in de architectonische ruimte, evenals de performatieve aspecten, beleving en interactiviteit (het publiek als participant/actor/performer).
Hoe installaties te documenteren? en specifieker Wat te documenteren? zijn hierbij belangrijke vragen. Hoe wordt het hart van het kunstwerk begrepen, 'gevangen', gedefinieerd en bemiddeld? Concentreren we ons daarbij, zoal in traditionele kunstvormen, op gedetailleerde beschrijvingen van het fysieke materiaal, of beschrijven we de overdracht van de sensorische perceptie, de beleving?
Een van de significante beperkingen in de representatie van installaties is het twee dimensionale karakter van het documentatie materiaal, zoals foto's, video's, beschrijvingen: de (fysieke) beleving van de ruimte is niet aanwezig. Door haar drie dimensionale volume positioneren en transformeren installaties de haar omringende ruimte. De relatie tussen het kunstwerk, de ruimte en de bezoekers eigen lichamelijkheid bepalen sterk de perceptie van het kunstwerk. De onderlinge ruimtelijke relaties en de positie van een installatie in de ruimte zijn enerzijds moeilijk te representeren in 2D maar zijn anderzijds van essentieel belang bij het beschrijven en herinstalleren van installaties. Dankzij de mogelijkheden van de informatie technologie zijn grote hoeveelheden data geconserveerd in een twee dimensionale vorm, waar het in feite om een 3dimensionale werkelijkheid betreft, en kunnen heden ten dagen bewerkt worden in een vorm van visuele representatie die ook inzicht geeft in de ruimtelijke dimensie:
1. 3D-technieken maken een reconstructie en toegankelijkheid van installaties op het beeldscherm mogelijk waardoor een intensievere beleving geboden wordt dan bij het bestuderen van 2 dimensionale bronnen.
2. Animaties kunnen worden gebruikt om een completer overzicht te geven van het kunstwerk (o.a. rotaties op het scherm, panoramische foto's, ontleden van objecten).
Hierdoor zijn 3D modellen en animaties een welkome aanvulling op de bestaande documentatie technieken.
In de context van dit onderzoek naar 3D documentatie schreef Gaby Wijers een onderzoekspaper over het 3D onderzoek in haar documentatie praktijk. Waaronder een poging een overzicht te bieden van de gebuikte technieken en ervaringen van de Inside Installations participanten met 3D documentatie.
Links
Binnen het Nederlands Instituut voor Mediakunst werd door Timo Breumelhof software getest voor 3D registratie en productie.
In samenwerking met de Vrije Universiteit van Amsterdam (VU) en de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU), werden 3D modellen gemaakt van de installatie Revolution by Jeffrey Shaw and Tjebbe van Tijen.
Naar aanleiding van deze case ontwikkelde de HKU een concept tool voor de representatie van installaties met gebruik van 3D modellen: het Virtual Installation Research Project.
Bovendien werden de installaties van Marina Abramovic uit de eigen collectie van het Instituut in 3D gedocumenteerd en werd de informatie uit het kunstenaars interview met Marina Abramovic toegankelijk gemaakt via een 3D interface ontwikkeld door de VU.
Conclusie
Het maken van 3D tekeningen en of werkbare 3D modellen kost erg veel tijd (en dus geld), levert voor het gemiddeld gebruik niet voldoende meerwaarde op en wordt pas rendabel wanneer deze voor meerdere toepassingen gebruikt zullen worden, zoals voor publiekspresentaties. De huidige communicatiemiddelen voldoen nog prima en 3D simulatie is duur en geen absolute noodzaak. Het idee is echter wel dat in de toekomst een computersimulatie wel een belangrijke aanvulling kan zijn op de documentatie van installaties waarbij ruimtelijke positionering, choreografie en reactie en interactie in 3d weergegeven kan worden. Het ligt voor de hand dat de 3D visualisatie zich zal ontwikkelen van een hightech gadget naar een algemeen geaccepteerd stuk gereedschap voor kunstenaars bij het ontwikkelproces van hun installaties en de tentoonstelling(op)bouwers. Als mogelijkheid voor installatie instructie voor echter is het nauwkeurig nabouwen van installaties in 3D met bijbehorende animaties nu nog dermate arbeidsintensief dat het in de dagelijkse praktijk nog niet toepasbaar is.