Bull's EYE

Van 31-01-1998 t/m 07-03-1998


Karin Bosch, Femke Schaap, Bart Dijkman, Marjan Laaper, Jeroen Kooijmans, Petr Zubek

Met deze expositie richt MonteVideo/TBA haar blik op kunstenaars waar zij nog niet eerder mee gewerkt heeft. De kwaliteit en originaliteit van het werk schreeuwen echter om een welverdiende belangstelling.

Karin Bosch
In de Turtle Tape (1995) is het enige personage, zoals de titel al aangeeft, een schildpad. We volgen zijn tocht van links naar rechts over de monitor, met in het midden een obstakel: een ovenschotel als aquarium. Doordat zowel de achtergrond als de vloer wit zijn en zijn schaduw bijna angstaanjagend voor hem uit doemt, eist de expressie van het beestje alle aandacht op. De geïsoleerde handeling laat je geboeid meeleven met zijn klunsigheid, waardoor je bijna vergeet dat er eigenlijk niets verrassends gebeurt.”

Turtle Tape

“Een aquarium is een ding waarin wij als mensen altijd proberen om bijzondere dingen of ander leven in te bewaren en vast te houden. Mijn schildpad blijkt hier niet voor te strikken. In schildpadden bewonder ik hun eigenzinnigheid en dat is voor mij zoals bij dit werk ook genoeg om met zo’n onderwerp aan de slag te gaan. Daarbij staat voor mij nooit van te voren vast welk medium ik hiervoor ga gebruiken.”


Karin Bosch (1973) volgt momenteel de tweede fase opleiding van de AKI in Enschede.

Femke Schaap
In de installatie De Kolossale Man (1997) bevindt de toeschouwer zich tussen acht deuren. Hierop zijn film-loops geprojecteerd, die de ruimte vullen met telkens weer een ander verhaal. De loops zijn allemaal verschillend in duur, waardoor er steeds nieuwe combinaties van beelden en geluiden te ervaren zijn. Zij tonen geen echte verhalen, maar eerder situaties die bij elkaar gebracht verhalende relaties met elkaar aangaan. De bezoeker kiest zijn eigen weg tussen de beelden en wordt zo deel van het geheel.

De Kolossale Man

De in silhouet uitgezaagde vormen krijgen volume door de beelden die er op worden geprojecteerd. Zo worden de platte deuren ‘geopend’ tot driedimensionale ruimtes, doordat de contour van het geprojecteerde beeld pre-cies aansluit bij de contour van de houten deur. Door deze ruimtelijke werking en de plaats van de bezoeker is de veilige afstand tot het filmdoek verdwenen. Femke Schaap biedt haar beelden voelbaar aan.

In Negen Zeer Korte Films (1995) is de contour van het gefilmde beeld eveneens belangrijk. Doordat het feitelijke beeld voortdurend een contour - vaak die van het beeld zelf - volgt, ontstaat er een spanning. Ook hier bestaat het beeld alleen “bij de gratie van zijn achtergrond”, zoals zij het zelf verwoordde, alleen ditmaal zonder buiten het doek of de monitor te treden. Op speelse wijze worden er meerdere opnames over elkaar heen opgenomen. De korte scènes, weer louter situaties, zijn neergezet in verbruinde zwart-wit beelden die doen denken aan de nostalgische filmsfeer uit de oertijd van het medium.

Negen Zeer Korte Films

“Dat de personen uit hun randje lopen is niet voor niets. Voor mij bepaalt de vorm voor een zeer groot deel de betekenis. Ook de vorm gaat over situaties en kan hier niet los van worden gezien. Beide werken zijn voor mij een soort conclusie. Negen Zeer Korte Films is een afsluiting van een zoektocht naar de mogelijkheden binnen het medium film, dus tweedimensionaal, terwijl De Kolossale Man een voltooiing is van het driedimensionale.”


Femke Schaap (1972) studeerde na de Rietveld Akademie in Amsterdam aan het Sandberg Instituut. Vorig jaar won ze de Prix de Rome in de categorie beeldhouwen.

Bart Dijkman
Bij Observation # 762 (1997) ben je getuige van een man die zijn autoportier afsluit. Een alledaagse handeling, althans zo lijkt het even. Maar hoe vaker de man zijn auto induikt en hoe meer hij aan het slot prutst, des te beklemmender wordt het tafereel. De belachelijke en meelijwekkende vertoning roept zowel gevoelens op van herkenning als van ongeloof. Deze schijnbaar sober weergegeven realiteit dwingt je om je af te vragen wat er in deze man omgaat.

Observation # 762

“Ik zie deze man bijna iedere dag weer diezelfde handelingen uitvoeren en ik vroeg me af waar hij nu iedere keer weer tegen aanloopt. Uitgangspunt in dit videowerk is dan ook de wens om als het ware in te zoomen in zijn hoofd en de roes van de neurose in geluid en beeld vast te leggen.”


Bart Dijkman (1959) deed zijn opleiding aan de kunstakademie van Arnhem. MonteVideo/TBA volgt hem al langere tijd en heeft meerdere werken in de collectie opgenomen.

Marjan Laaper

Het werk Trifolium (1996) bestaat uit een videoprojector die, bevestigd aan een lange kabel, vanaf het plafond tot zo’n 80 centimeter boven de grond reikt. De projector maakt een grote draaiende beweging waardoor de beelden over de vloer worden rondgeslingerd. Bij de aanzet is de draaicirkel krachtig en groot, maar door de zwaartekracht neemt deze beweging steeds verder af en komt de projector uiteindelijk tot stilstand. Het geprojecteerde beeld is dat van een vizier dat gericht staat op een grasveld, waar klaarblijkelijk ook klavertjes-vier te vinden zijn. Het kinderlijke verlangen naar een gelukssprietje staat in scherp contrast met de exactheid en mechaniek van de lens. Iedere keer zet de zoeker haar ronde weer in, zonder haar richtpunt te vinden.


Trifolium

“Ik zoek altijd naar symbolen of metaforen voor algemene menselijke handelingen, zoals bijvoorbeeld het zoeken van de mens. Of het doel gevonden wordt, is altijd een kwestie van geluk, een garantie hiervoor is niet te geven. Trifolium toont steeds weer die pogingen - de wil om te zoeken.”

Marjan Laaper (1971) volgde onderwijs aan de kunstakademie van Rotterdam, de Rijksakademie en verbleef meerdere malen voor studie in de Verenigde Staten.

Jeroen Kooijmans

Delhi Express (1997) is een reisverslag. Een jonge man doorkruist per trein het Indiase landschap, dat voor ons aan de camera voorbij raast. Dorre heuvels, kleurige velden, de geluiden van de trein en zijn passagiers, alles is door de camera geregistreerd. Deze indrukken, aangevuld met flarden van klassieke Indiase muziek, laten de kijker het genot van het exotische vreemde mee beleven. In het midden van dit beeld is er de schaduw van de jonge man, fier staand tussen twee treinstellen. De schaduw tast de grond af en is voortdurend deel van het landschap, soms verstrekkend dan weer vlakbij. Het is als een vluchtige afdruk van de reiziger zelf, die voorbij trekt zonder een spoor achter te laten.


Delhi Express

“Ik had onderweg de video-opnames voor Delhi Express gemaakt, ‘s avonds las ik op een poster in mijn hotelkamer: ‘Happiness is found along the way, not at the end of the road”.


Jeroen Kooijmans (1967) studeerde aan de Rietveld Akademie. Hij woont en werkt nu in Amsterdam en is ondermeer redacteur van PARK TV, de Amsterdamse kunstzender.

Petr Zubek
In de installatie Wunsch (1995) probeert een geprojecteerde hand ononderbroken een klein, fel rood punt te vast te pakken. De gestrekte arm en de zorgvuldig gekromde vingers verraden dat de man, verder buiten beeld, vastbesloten is om het lichtpunt te beroeren. Maar nochtans tevergeefs. Het scherpe, bijna brandende punt laat zich niet vatten. De kijker ziet een zinloze strijd om een onoplosbaar probleem op te lossen. Dit verlangen om lichamelijk het immateriële te grijpen zal altijd een wens blijven, een verzuchting naar het ongrijpbare.


Wunsch

“Veel mensen vergelijken Wunsch met fresco’s zoals Michaelangelo’s Schepping van Adam en Cranachs Maria. Ik zie wel de associatie maar ik heb dit nooit zo bedacht Ik werk veel meer spelenderwijs en kom al onderzoekende tot een eindpunt. Maar wellicht dat mijn traditionelere verleden van schilderen en ruimtelijk werken er in is geslopen.”

Petr Zubek (1967, Tsjechië) bezocht akademies in Praag en Düsseldorf, waarna hij zijn studie voortzette aan de Kunsthochschule für Medienkunst in Keulen. Werk van Zubek is nooit eerder in Nederland geëxposeerd.