Tentoonstellingstekst Speaking Out Loud

15 november – 24 januari 2009


Tentoonstellingstekst door Susanne Jaschko en de kunstenaars:

Tekst als PDF

 

KH Jeron

 


Met de wijde verspreiding van nieuwe communicatietechnologieën kwam taal aan het eind van de jaren negentig in het vizier van kunstenaars, die door de mogelijkheden van deze nieuwe media gegrepen werden. Net werk computers, waarvan de functies en interfaces grotendeels op taalsystemen gebaseerd zijn, boden een nieuw en opwindend terrein voor onderzoek en experiment. Generatieve poëzie, projecten die op hypertekst gebaseerd zijn en de creatie van softwarecodes als een semantisch en esthetisch systeem vormden de kenmerken van enkele van de belangrijkste domeinen van het brede kunstzinnige spectrum van die tijd. Als gevolg daarvan wijdde het Nederlands Instituut voor Mediakunst in 2002 onder de titel ‘The Pleasure of Language’ een tentoonstelling aan deze golf van op taal gebaseerde digitale kunst. Kort daarvoor in 2001 organiseerde Peter Weibel ‘Im Buchstabenfeld’.1 Deze tentoonstelling over de ‘toekomst van de literatuur’ toonde een meeslepende collectie van op geschreven taal gebaseerd werk dat de interactiviteit bejubelde en de veranderingen binnen het lees/schrijfproces aanschouwelijk maakte, waaraan geen papier of boek meer te pas kwam. Uiteindelijk trachtte de tentoonstelling ‘p0es1s’ uit 2004 de esthetiek van de digitale poëzie te ontrafelen, terwijl ook op zaken als gelijk verdeeld auteurschap werd gereflecteerd.2


Tim Etchells en Vlatka Horvat / Evan Roth / Linda Hilfling


SPEAKING OUT LOUD
benadert het nog steeds productieve terrein van op taal gebaseerde mediakunst vanuit een andere richting dan deze eerdere tentoonstellingen. Speaking Out Loud verliest zich minder in het loutere vermogen van digitale technologieën om de dynamiek van taal te visualiseren of zelfs te genereren – hoewel sommige werken in deze tentoonstelling dit vermogen perfect illustreren. Vooral borduurt Speaking Out Loud voort op het jaarthema ‘democratie’ waaronder de thematentoonstellingen van het NIMk in 2008 tot stand zijn gekomen. Speaking Out Loud richt zich op de processen van zowel ‘thinking out loud’ als ‘speaking out loud’. ‘Thinking out loud’ beschrijft het associatieve, dynamische en vaak ongecontroleerde proces van tegelijkertijd spreken en denken over een bepaald onderwerp. We denken vaak ‘hardop’ om een suggestie te doen, een idee of gedachte te opperen zonder meteen iets vast te willen leggen. Speaking Out Loud is een pleidooi voor dit vrije en creatieve gedachteproces met kunstwerken die een speelse en verrassende taalervaring bieden. Dit gebeurt kort gezegd door scherpzinnige taaloefeningen van taal metamorfosen en -wisselingen. Je uitspreken toont weerstand en het bestaan van alternatieve zienswijzen. Als democratische verrichting fungeert het als een hoeksteen van de samenleving.

Hierdoor bevordert de tentoonstelling het idee van wrijving, onenigheid en debat als belangrijke strategie voor de vorming van een samenleving. In het licht van vertegenwoordigde democratieën, lage opkomsten bij verkiezingen en de in toenemende mate gelijkstelling van levensopvattingen, roept Speaking Out Loud op een subtiele manier om actief deel te nemen aan het debat. Het verkent de ondermijnende krachten van de gesproken of geschreven tekst en ontmaskerd het inflatoire en cultureel geïmpliceerde gebruik van woorden en formuleringen. Taal is een complex, wederkerig systeem dat zowel door de cultuur bepaald wordt als de cultuur zelf vormgeeft. De tentoonstelling toont werk in de Nederlandse, Engelse en Duitse taal. Ook al spreken de meeste Nederlanders met gemak twee van deze talen, toch is slechts een klein percentage van de taalgebruikers wereldwijd daadwerkelijk twee- of zelfs meertalig, in de zin dat ze twee of meer talen als hun moedertaal beschouwen. De meeste taalgebruikers hebben een eerste taal waarin zij zich diepgaander kunnen uitdrukken dan in de andere(n).

Mukul Patel en Manu Luksch


Binnen een groter cultureel kader van bijvoorbeeld een natiestaat kan een groot scala aan culturen bestaan – en ik doel hierbij niet enkel op etnische culturen, maar ook op subculturen, waarbij de cultuurverschillen hun uitdrukking vinden in en zelfs tot stand komen door het gebruik en het zich eigen maken van de taal. Taal is nooit een abstract systeem, zelfs niet in haar meest kunstmatige vorm, maar altijd een systeem van culturele meerwaardigheid en van talrijke semantische lagen. Speaking Out Loud tracht ook deze processen van het begrip en de vertaling van de taal te onderzoeken. De kunstwerken in de tentoonstelling focussen zich op de handelingen spreken, lezen en schrijven. Ze reflecteren en benadrukken voornamelijk de ‘performatieve’ kwaliteiten van de taal en onthullen zo een sterke en onscheidbare verbinding tussen de betekenis van woorden en degene die ze gebruikt. De bekende schrijver Paul Auster vatte de handeling van spreken als volgt samen: “Woorden komen eruit, vliegen door de lucht, leven gedurende een moment en gaan dood. Is dat niet vreemd?” De tentoonstelling richt zich op observerende en reflecterende wijze op de vloeibaarheid en dynamiek van taal en betekenis.
 


 

Susanne Jaschko
1 Neue Galerie am Landesmuseum Joanneum in Graz, Oostenrijk.
2 Kulturforum am Potsdamer Platz in Berlijn, Duitsland.



TUDOR BRATU
RO, 1977, woont en werkt in Amsterdam
www.tudorbratu.com
A CONVERSATION PIECE

2008, language/sound-based performative installatie

Tudor Bratu is artist-in-residence aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Zijn veelzijdige kunstenaarsschap strekt zich uit van fotografie, installaties en performance tot boekontwerp. Zowel in beeld als in taal onder zoekt hij in zijn werk de algemene representatiepatronen in de alledaagse beslommeringen van het dagelijkse leven. A Conversation Piece is een performatieve spraakinstallatie die uit vijfhonderd toetsen van klassieke orgels bestaat, die aan een computer en geluidsversterkers met speakers zijn verbonden. Elke toets is aan een digitaal geluidsbestand gekoppeld. Door een toets aan te slaan wordt het geluidsbestand geactiveerd en een zin via de speakerboxen uitgesproken. De machine kan hetzij als instrument voor het performatief vertellen van verhalen dienen, door van alle mogelijke combinaties van de vijfhonderd zinnen gebruik te maken, danwel als een veel stemmige spraakmachine waarvan de werkwijze en de functionaliteit betrekking heeft op de aard van de dialoog. Wanneer er verschillende toetsen – als akkoorden op een piano – tegelijkertijd aangeslagen worden, klinkt er een veelheid aan uit - een lopende stemmen door verschillende speakers. De daaruit voortkomende ‘symfonie’ van taal benadert het wezen van de externe of de interne dialoog. De vijfhonderd zinnen zijn fragmenten van verschillende geschriften uit de kunstgeschiedenis, filosofie, poëzie en proza die door Bratu zijn bewerkt.
Middels A Conversation Piece worden verschillende talen (oftewel stemmen), thema’s en gedachten door de speler en het publiek gereactualiseerd, gerecontextualiseerd en gereannexeerd, in de zin dat hier een manier wordt geboden om betekenis via taal te herleiden: van de bron – de schrijver – naar de bron – de schrijver/de performer/het publiek. Het werk heeft betrekking op concepten als de performativiteit van taal, de handeling van het spreken, het mysterieuze van de menselijke stem en de verschuivende betekenissen in het gebruik van zowel spraak als schrift. Het concept voor A Conversation Piece werd samen met Istvan Ist Huzjan ontwikkeld. Huzjan is eveneens artist-in-residence aan de Rijksacademie. Voorafgaand aan A Conversation Piece creëerden Bratu en Huzjan A Speech Organ, een werk dat is gebaseerd op de duizend meest gebruikte woorden in de Engelse taal.

TIM ETCHELLS
UK, 1962, woont en werkt in Londen
www.timetchells.com

VLATKA HORVAT
HR, 1974, woont en werkt in New York
www.vlatkahorvat.com

INSULTS & PRAISES
2003, single-channel video, 63 minuten

In haar werk onderzoekt Vlatka Horvat de relatie tussen doorleefde ervaringen en taal, stijlen van representatie en de sociaalculturele economie van de interactie. Zij heeft in het bijzonder belangstelling voor de schrijnende of onzekere aspecten van de doorleefde ervaring twijfel, verbijstering en aarzeling, de gespannen of on ge makkelijke aanwezigheid. Als schrijver en beeldend kunstenaar is Tim Etchells geïntrigeerd door de regels en de systemen in de taal en de cultuur, die beide zowel productief als beperkend zijn. Dit leidde tot een geladen linguïstische samenwerking tussen Etchells en Horvat. In Insults & Praises bestaat een dunne scheidslijn tussen aanbidding en belediging. Een man en een vrouw zitten naast elkaar voor een spiegel en beledigen en prijzen elkaar om beurten. Samen produceren ze een uitputtende verzameling van verbaal misbruik, minachtende zinsneden, complimenten en liefdesuitingen die op een breed scala aan omstandigheden en doelen van toepassing zijn. Deze genadeloze verbale krachtproef wordt overduidelijk live opgevoerd. Het is een geïmproviseerde opeenvolging van beledigingen en lof ui tin gen die soms vloeiend uit hun mond rollen, dan weer lijken te haperen en het paar, op zoek naar een nieuwe richting, in stilzwijgen achterlaat. Misschien zijn deze loftuitingen en aanvallen voor elkaar bedoeld, of misschien zijn ze simpelweg bedacht om een inventaris aan zinsneden te genereren die op een later moment gebruikt kunnen worden. Op het ene moment lijken ze verstrengeld in een monolithische uitwisseling van woorden, op andere momenten lijken ze samen te werken en de taak van het scheppen van emotioneel geladen begrippen en moge lijk heden onderling te verdelen.

LINDA HILFLING
DK, 1976, NIMk artist in residence, sept – dec 2008
www.misspelling-generator.org, www.gatepeepin.org

MISSPELLING GENERATOR
2007, zoekmachine en media interventie
Concept en initiële python/bash codering door Linda Hilfling. Firefox extensie programmering door Erik Borra en cide release under GNU GPL. Met dank aan Impakt

GATE PEEPIN’
2008, artistic intervention
Geproduceerd door het NIMk

Het vertrekpunt van Linda Hilfling is gelegen in haar aannames omtrent participatie en publieke ruimtes binnen mediastructuren, met de nadruk op controlemiddelen (codes, organisatie en wetten) en hun culturele impact. Haar kunstzinnige praktijk neemt de vorm aan van interventies die de verborgen lacunes binnen deze structuren overdenken of onthullen. De Misspelling Generator is het verlengstuk van een browser die rechtstreeks in de Googlezoekmachine ingrijpt en de gebruikers de grijze informatiezone van verkeerd gespelde woorden laat benutten. De meeste gebruikers beschouwen de zoek machine als een objectief hulpmiddel, hoewel de zoekresultaten door een onder liggende code worden bepaald. Een integraal onderdeel van de Google zoekmachine is het systeem van spellingcontrole dat alternatieve woorden voorstelt wanneer het vermoedt dat je een zoekterm verkeerd hebt gespeld. Vanaf het eerste begin van usenet zijn foutspellingen gebruikt om censuur te omzeilen. Door de voorgestelde verbeteringen te negeren, kan zich een poort naar een alternatieve wereld openen. Door de Misspelling Generator te gebruiken, zal elke zoekterm die in het gewone Google zoekvenster wordt ingetypt, foutieve spellingen genereren die boven de zoekresultaten van Google te zien zijn – overeenkomstig Google’s ‘Bedoelde u’, maar nu met ‘Heeft u geprobeerd’. Door de muis over de links te bewegen, wordt het aantal zoekresultaten voor elke fout spelling in beeld gebracht. Door op de link te klikken, wordt je naar de Googlepagina doorverwezen waar de resultaten voor die betreffende foutspelling te vinden zijn. Het is een nuttig instrument om een eenvoudig cryptografisch systeem te ontwerpen, bepaalde vormen van censuur te omzeilen, of om in het algemeen toegang te krijgen tot de ‘grijze’ kant van het internet, die normaal gesproken op zoekmachines als die van Google door de rigide structuren van hun ‘corrigerende’ regimes van de informatiecultuur geïsoleerd wordt. Stemde je met de gebruiksbepalingen in? Waarschijnlijk wel. De talloze klik-en-stem-ermee-in-contracten die het web bevolken, zijn de ware poortwachters van de ommuur de gemeenschappen die de hedendaagse Web 2.0-internet cultuur vormen. Eerst moet je instemmen voor dat je toegang tot welke dienst dan ook kunt krijgen, maar realiseer je je ook de impact van deze voorwaarden op de inhoud van hetgeen je krijgt voor geschoteld? Het Gate peepin’-project is een kunstzinnige interventie binnen het Firefoxbrowser venster. Door veranderingen aan te brengen in de browse-ervaring van verschillende Web 2.0-platforms en in de gebruiksbepalingen in te grijpen die de diensten reguleren, biedt deze tool de gebruiker een kijkje in de doorgaans onzichtbare lagen van regelgeving die over de zogenoemde democratische webruimtes regeren.

MICHAEL HÖPFEL
DE, 1971, wwont en werkt in Berlin
www.hoepfel.net

TEXT
2003, prints, circuit boards and interactive installation

Text is een meerdelig werk dat uit afbeeldingen, printplaten en de installatie Semiotic Collider bestaat. Zinspelend op computersimulaties van levende systemen analyseert het project overeenkomsten tussen semiotische systemen en levens vormen, die beide door fysieke begrenzingen en evolutionaire processen bepaald worden. Het project is gebaseerd op de overtuiging dat culturele en biologische activiteiten onafscheidelijk met elkaar verbonden zijn en in termen van communicatieve of semiotische processen beschreven kunnen worden. Op dezelfde wijze dat DNA keer op keer als een ‘tekst van nucle ïne zuur’ wordt gelezen en als een ‘textuele structuur’ voor nieuwe levens vormen wordt geïnterpreteerd, kan ook het gedrag van biologische boodschappers, cellen, levende wezens en complete populaties als een reactie op tekens begrepen worden. De beelden bij Text tonen fracties van oneindig genererende mutatieprocessen van structuren die in meer of mindere mate op tekens lijken. Ze worden met behulp van een algoritme gegenereerd dat krach tenvelden als een omgeving van een deel tjeswolk simuleert. Binnen dit proces muteren de structuren onafgebroken en zijn hun componenten aan transformaties en nieuwe combinaties onderhevig. Elke Text-afbeelding geeft een specifieke omgeving weer waar een ‘deeltjespopulatie’ opduikt die met een zekere mate van vrijheid is toegerust om structuren te genereren. Net zoals organismen genetisch materiaal uitwisselen, geven deze oer tekens componenten aan hun buren door en beïnvloeden ze elkaars ontwikkeling. Afhankelijk van hun culturele achtergrond kunnen de toeschouwers betekenissen ont leden die in de enkelvoudige structuren versleuteld zijn, en worden ze aldus in staat gesteld een individueel bepaalde grens tussen connotatie en zuiver toeval te trekken. Ondertussen verkennen de printplaten de relatie tussen tekens en de fysicaliteit van de computer. Hier ontwikkelen de structuren zich tot fysieke voertuigen van de computer als een ‘semiotische machine’. De interactieve Semiotic Collider laat ons verschillende tekenpopulaties zien die versnelt kunnen worden, zodat ze op de frequentie van het scherm inwerken om elke keer als ze elkaar penetreren een hele dierentuin aan tekens verwekken.

JAROMIL
1977, lives and works in Amsterdam, NL.
http://jaromil.dyne.org

JODI
Live and work in Dordrecht, NL.
http://wwwwwwwww.jodi.org/

TBT (TIME BASED TEXT): AN EXPERIMENT(AL) (IN) WRITING
2007, libre software

Jodi, of jodi.org is een kunstenaarscollectief bestaande uit Joan Heemskerk en Dirk Paesmans. Jaromil is een mediakunstenaar, een GNU/linux hacker en activist. Ze delen een passie voor minimale esthetiek, tekst, interne processen en literaire experimenten als automatische schrijven. Hun artistieke samenwerking, in opdracht van het Impakt festival in 1995, heeft geleidt tot de ontwikkeling van een tool om tijd gebonden tekst te produceren en te publiceren die gebruikt kan worden in een e-mail correspondentie en websites, met het argument dat aarzelingen bij het schrijven gevoeligheden kunnen overdragen.
TBT is een applicatie gemaakt voor het opnemen en afspelen van het schrijven van een tekst, inclusief de aarzelingen en foutieve spelling, die tot op de milliseconde exact is. Deze techniek voegt extra informatie toe aan digitale poëzie, waarmee een nieuwe tool wordt geboden voor een 'bewustzijnsstroom' en automatisch schrijven die, wanneer de tool online voor e-mails en blogs gebruikt wordt, een 'persoonlijk karakter' aan de tekst kan geven.
De software is zo simpel mogelijk gehouden, vrij van gebruik, vrij aan te passen en te in andere applicaties onder te brengen. TBT kan als software kunst worden gezien, maar het is vooral een nieuwe vorm van digitale poëzie en biedt een goede mogelijkheid om te reflecteren op de rol van kunst in de relatie tot de oude en de nieuwe media.


KH JERON
DE, 1962, woont en werkt in Berlijn
http://khjeron.de

HORDE
2006/2008, mixed media installation
De Nederlandse versie is tot stand gekomen met steun van het NIMk

Fenomenen uit het dagelijks leven vormen de focus van KH Jerons artistieke belangstelling. Hij beschouwt zijn werk als een onderzoek naar populaire sociale kwesties. Vaak vergaart hij zijn materiaal uit openbare bronnen als Google, Wikipedia of van de tv. Dit materiaal wordt vervolgens opgevoerd door kleine robotachtige voer tuigen of tot video’s bewerkt. Jerons belangstelling ligt in de transformatie van de herkenning door subtiele ingrepen. Horde is een installatie, een sculptuurachtig object en een technisch netwerk. KH Jeron construeerde tientallen voertuigjes die zich autonoom en volstrekt willekeurig over een witglimmend platform voortbewegen. Elk voertuig murmelt – of beter: vocaliseert – fragmenten van verschillende gespecialiseerde teksten over informatie, disinformatie en informatieontsluiting. Het doel van Horde is een illustratie te vormen van de chaos die door de moderne, door de media gegenereerde informatie overstelping veroorzaakt wordt, en hoe wetenschappelijke benaderingen ons kunnen helpen daar mee om te gaan. Om een contrast te construeren met de kakafonie die door de voertuigen wordt teweeggebracht, heeft Dominik Kuropka, een specialist in semantische webdiensten en informatieontsluiting, de teksten aan een wetenschappelijke methode onderworpen. Kuropka, die onderzoek doet naar informatieontsluiting en filtersystemen, heeft de teksten aan de hand van een coordinatensysteem met behulp van een ‘vectorspacer’ geordend. Een ‘vectorspacer’ is een instrument dat gebaseerd is op een vereenvoudigde vorm van een vectorruimtemodel dat teksten verwerkt en classificeert. De teksten die op deze manier verwerkt zijn, worden in de tentoonstelling aan de hand van hun numerieke, multi-dimensionale weergave in het vectorruimtemodel gerangschikt. Met als resultaat dat de kleur en schikking van de teksten overeenkomsten tussen de verschillende teksten blootlegt en een visuele orde in het gebabbel van de stemmen schept.

CHRISTOPH KELLER
DE, 1967, lwoont en werkt in Berlin
www.christophkeller.com

INTERPRETERS
2008, modular video installation, 26 min, loop

Christoph Kellers houding als kunstenaar strekt verder dan die van een post-producent die de objecten en vormen van de wereld simpelweg verbruikt en afdankt. Voor zover Keller iets observeert en herschikt, reflecteert hij tegelijkertijd op het proces van het observeren. Hij bekleedt de positie van de kunstenaar/uitvinder die steeds van rol kan wisselen, waarbij dit spelen van uiteenlopende rollen geen fictief spel is, maar eerder een ‘ingreep in de werkelijkheid’. Interpreters handelt over simultaanvertalingen en de plaats van de taal zelf. De situatie is hier omgekeerd: de toeschouwer zit in de cabine en kijkt en luistert via een koptelefoon naar simultaanvertolkers die hun eigen speeches ter plekke vertalen. Vijf tolken vertellen over het proces van simultaantolken waarin de woorden van een spreker onmiddellijk vertaald en ‘vertolkt’ worden. Integraal onderdeel van deze activiteit is het participeren in de gedachtestroom van de spreker. Een eenmaal uitgesproken woord of een contextuele vertolking kan in dit type vertaling niet meer worden teruggenomen; het kan enkel door middel van de daaropvolgende formuleringen aan de ogenschijnlijk lineaire gedachtegang worden toegevoegd. Keller heeft voor de video eerst met de tolken over hun werk en de bijzondere situatie van het simultaantolken gesproken. Deze interviews zijn door de kunstenaar verzameld en vervolgens afgespeeld – doorgaans voor dezelfde persoon –, die nu de opdracht kreeg een simultaanvertaling van het opgenomen interview te produceren. De toeschouwer in de video/vertalerscabine hoort en ziet de verrichting van een simultane zelf - vertaling. Dit staat een onderzoek naar de notie van authenticiteit en waarachtigheid toe, ter wijl deze door andere personen in een andere taal overgezet en doorgegeven wordt. De tolk wordt geacht zijn ‘persoon zijn in relatie tot anderen’, zijn subjectiviteit uit te schakelen en een onmiddellijk, objectief en geschikt equivalent te vinden voor wat hij hoort. Dit werpt de vraag op naar de functionaliteit van de persoon als puur technisch doorgeefluik, die niettemin tevens geacht wordt borg te staan voor de overdracht van de ‘betekenis’. Ook speelt er de kwestie van objectiviteit in relatie tot het functioneren van de simultaantolk, hetgeen in een politieke context soms een uitermate gevoelige aangelegenheid kan zijn.

Who is speaking in the words I utter? Christoph Keller’s INTERPRETERS or The Invasion of the Bodysnatchers
door Ana Teixeira Pinto


MANU LUKSCH
AT, 1970, woont en werkt in Londen

MUKUL PATEL
UK, 1971, woont en werkt in Londen

www.ambientTV.NET

A NEW AND EXCITING EXPERIENCE
2008, mixed media installation
Originally commissioned by Space and Queen Mary, University of London

De interdisciplinaire en procesgebaseerde werkwijze van Manu Luksch en Mukul Patel is gericht op de kritische ontleding van de mythe dat vooruitgang uit technologie voortkomt, en onderzoekt kritisch de raakpunten tussen de sociale en technologische infrastructuren. Hun recente werk concentreert zich op de beveiligings- en bewakingsindustrie. Dit is het verhaal van een vrouw die alles volgens het boekje doet. Het ‘boekje’ waarom het hier draait, kan een gebruikershandleiding, een garantiebewijs, ‘voorwaarden en condities’ of om het even welke handleidingachtige of waarschuwende tekst zijn. Voor haar eigen veiligheid en die van de mensen om haar heen handelt de vrouw uitsluitend op basis van deze expliciete, geschreven instructies. Beveiliging en veiligheid zijn cruciale hedendaagse ergernissen die sterk aan gewakkerd worden door buitenproportionele risico-inschattingen en een samenleving die in toenemende mate tot procederen geneigd is. Personen streven risicomijdend gedrag na en omringen zich met producten die nieuwe ervaringen stimuleren. A New and Exciting Experience kaart dergelijke percepties en gedragingen aan, terwijl er tegelijkertijd de draak gestoken wordt met de technobabble en de betuttelende toon van gebruikershandleidingen. De mixed multi-media installatie bevat de documentatie van een opnamesessie met de SPACE Age Sirens, een koor met oudere vrouwen uit het Londense East End onder leiding van Laka D. De vrouwen zingen fragmenten uit gebruikershandleidingen voor wasmachines op populaire melodieën.

EVAN ROTH
US, 1978, woont en werkt in Hong Kong
http://evan-roth.com

EXPLICIT CONTENT ONLY
Original Publication: 2005, format: mp3
Updated Re-Release: 2008, format: Vinyl

Evan Roth (ook bekend als fi 5e) is een kunstenaar wiens belangstelling in het bijzonder uitgaat naar technologie, naar instrumenten die mensen meer macht over hun eigen leven geven, naar open source formaten en de populaire cultuur. Zijn werk op het gebied van graffiti, open source technologie en openbare ruimtes heeft Roth ertoe gebracht in 2006 samen met James Powderly het Gaffiti Research Lab op te richten. Veel van zijn werk brengt hij uit onder de naam ‘fi 5e’, en in zijn vrije tijd houdt hij zich graag bezig met het overtreden van copyright- en antivandalismewetten. Explicit Content Only is een datavisualisatie van de krachttermen uit NWA’s revolutionaire ‘gangstarap’-album Straight Outta Compton uit 1988. Alle teksten die veilig op de radio gedraaid konden worden, zijn uit het 60 minuten en 27 seconden durende album verwijderd, waardoor enkel een ingedikte aaneenschakeling van 2 minuten en 55 seconden overblijft die door de United States Federal Communications Commission als ‘explicit’ werd aangemerkt. Op tienjarige leeftijd kocht Roth de Straight Outta Compton-plaat, vanwege zijn passie voor vloeken en vieze woorden. Op zevenentwintigjarige leeftijd schiep Roth deze gereduceerde mash-up als een eerbetoon aan een brok populaire cultuur dat zijn carrière diepgaand beïnvloed heeft. Ondanks dat hij van de Recording Industry Association of America het bevel heeft gekregen zijn activiteiten te staken, kan het album nog steeds gratis van evan-roth.com gedownload worden. Het rumoer rond intellectueel eigendom dat rond het project is opgelaaid, werpt een scherp licht op de overeenkomsten tussen de inhoudelijke censuur op rapmuziek tijdens de jaren tachtig en censuur als een hedendaags neveneffect van het buitensporig gebruik van copyrightwetgevingen.

CHARLES SANDISON
UK, 1969, woont en werkt in Tampere
www.torrisdalebay.com

GOOD AND EVIL
2002, media installation

Charles Sandison staat bekend om zijn ruimtelijke installaties van op taal gebaseerde projecties. Het onderwerp van veel van zijn kunst is het onvermogen van kunst om te communiceren. Hij schept eenvoudig vervaardigde, verleidelijke ruimtes die on afhankelijk van de toeschouwer zijn, in de zin dat de toeschouwer en het kunst werk op basis van gelijkheid naast elkaar voort bewegen. Sandison gebruikt tekst als een opzettelijke ontkenning van wat normaalgesproken van bewegende gegenereerde beelden verwacht wordt. Dit eenvoudige gebruik van tekst miskent de pure verwerkingskracht van de moderne computer. Zijn techniek bestaat uit het schilderen met licht, tijd en elementaire karakters. De gepresenteerde installatie toont twee typen woorden: ‘EVIL’ en ‘GOOD’. De ‘slechte’ woorden zijn bloedroodgekleurd, de ‘goede’ maagdelijk wit. De beide woorden beschikken over de zelfde eigenschappen en hebben precies hetzelfde doel. Hun aandrang om alle beschikbare ruimte te bezetten, wordt voortgedreven door hun verlangen de tegenstander uit te schakelen. Tegelijkertijd vereist het verlangen de tegenstander te elimineren dat alle beschikbare ruimte gekoloniseerd wordt. Terwijl de woorden zich in tegenovergestelde richtingen voortbewegen, organiseren ze zich in aanvalskolonnen en verdedigingslinies. De woorden komen tot leven met behulp van genetische codes die hetzelfde zijn als degene die in micro-organismes als bacteriën of kankercellen worden aangetroffen. De woorden vloeien traag, bijna als een vloeistof of verf. Terwijl ze bewegen, hebben ze veel weg van brede penseelstreken die zich in de duisternis van de kamer verspreiden. GOOD AND EVIL is een kunstwerk dat zowel alomvattend als naar binnen gericht is, maar zeker ook politiek.

TRIKOTON – MAGDALENA KOHLER
AT, 1982, woont en werkt in Berlin


TRIKOTON – HANNA WIESENER
DE, 1981, woont en werkt in Berlin

www.trikoton.com

THE VOICE KNITTING COLLECTION
2007, mixed media installation

Trikoton is zowel een designlabel als een project dat zich op de menselijke stem richt, en op de technieken om deze op te nemen en te reproduceren. Terwijl Magdalena Kohler een opleiding tot modeontwerper volgt, studeert Hanna Wiesener productontwerp en interactieve systemen aan de Universität der Künste Berlin. Samen zijn ze op zoek naar nieuwe mogelijkheden voor generatieve modeontwerpen en naar een herinterpretatie van de relatie tussen mens en machine. Hoe voelt het wanneer je trui een werktuig van je eigen stem wordt? Breien en communiceren zijn altijd hand in hand gegaan. Toen mensen in brei groepen samenkwamen, was dat een moment om verhalen te vertellen. Het idee voor het werk heeft zijn wortels in deze geschiedenis en in deze verhalen. Trikoton/The Voice Knitting Collection zet stemsignalen over op kleding om zo tot een nieuwe esthetiek van de spraakopname te komen. De schema’s van patroonkaarten voor oude, mechanische breimachines vormden de inspiratiebron voor het auditieve dataprogramma. Het frequentiebereik van een gesproken boodschap is omgezet in een binaire code voor breipatronen. Voor het Ars Electronica festival uit 2007 creëerden Kohler en Wiesener Gelsomina, the Voice Knitting Machine. Voor de installatie werd een mechanische breimachine uit de jaren zeventig ‘gehackt’ om interactief te worden gemaakt. Ze gebruikten een microcontroller en vierentwintig kleine motoren om een patroonkaart te imiteren, die middels een computer direct met stem signalen bestuurd kon worden. Onlangs werd een Trikotoncollectie gelanceerd die gebaseerd is op een parametrisch breiprogramma dat samen ontwikkeld werd met een Duits breibedrijf en de Design Reaktor Berlin – een samenwerkingsverband van de Universität der Künste en een kleine producent. Een webgebaseerde toepassing maakte het de gebruiker inmiddels mogelijk om zelf zijn of haar ingesproken boodschap in mode om te zetten – even persoonlijk enuniek als de menselijke stem.


Met dank aan:
dank aan: Florian Cramer en Jaromil

Met dank aan het Goethe Instituut Amsterdam, BeamSystems en Jacot Audiovisueel