Conservering Mediakunst Collecties

[beginPage: Intro]
Het Nederlands Instituut voor Mediakunst (NIMk), de Stichting Behoud Moderne Kunst (SBMK) en Virtueel Platform (VP) gaan de komende twee jaar de videokunstwerken uit Nederlandse openbare mediakunst-collecties conserveren. In combinatie met een onderzoek naar computer-gebaseerde kunstwerken "Born Digital Art" en een onderzoek naar de toegankelijkheid van mediakunst in openbare collecties vormt dit het project:

Conservering Mediakunst Collecties Nederland

Mediakunst, waarvan videokunst de bekendste verschijningsvorm is, is goed vertegenwoordigd in Nederlandse kunstcollecties. De gebruikte technieken en media zijn echter kwetsbaar. De fysieke conservering van videowerken vraagt elke zeven jaar tot tien jaar om aandacht vanwege de noodzakelijke omzetting naar een drager die voldoet aan de actuele technische maatstaven. Verder is het aantal computer-gebaseerde kunstwerken, ook wel aangeduid met de term ‘Born Digital art’, in de afgelopen paar jaar enorm gegroeid, en daarmee ook de behoefte en noodzaak om aandacht te besteden aan conserveringsstrategieën voor deze kunstwerken.

Dit project in Nederland is uniek en wordt nationaal en internationaal als toonaangevend beschouwd door de nationale aanpak van digitale duurzaamheid van mediakunst. De basis van dit project is ongecomprimeerde digitale conservering waarbij de werken uiteindelijk op tape worden bewaard. De ruim 3500 geconserveerde en gedigitaliseerde videokunstwerken uit de periode 1975-2005 afkomstig uit ca. 20 Nederlandse moderne kunstcollecties worden waar mogelijk online toegankelijk. De in dit project ontwikkelde methodieken, protocollen en richtlijnen worden online gedocumenteerd voor (inter-)nationaal geïnteresseerden.

In het project Conservering Mediakunst Collecties Nederland participeert een indrukwekkend conglomeraat van musea en kunstinstellingen: het Van Abbemuseum, Eindhoven; De Appel arts centre, Amsterdam; Bonnefantenmuseum, Maastricht; Museum Boymans Van Beuningen, Rotterdam; Groninger Museum, Groningen; Instituut Collectie Nederland, Rijswijk; Kröller-Müller Museum, Otterlo; Nederlands Instituut voor Mediakunst, Amsterdam (inclusief collecties van het Lijnbaancentrum, Rotterdam, Montevideo en Time Based Arts, Amsterdam); Gemeentemuseum Helmond; Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam; Stedelijk Museum Amsterdam; Centraal Museum, Utrecht, Frans Hals Museum, Haarlem; V2_, Rotterdam; Noordbrabants Museum, Den Bosch en SCHUNCK*, Heerlen.

Het Nederlands Instituut voor Mediakunst is het kenniscentrum op het gebied van conservering van mediakunst in Nederland en is de spil en uitvoerder van dit project.

[endPage]

[beginPage: Achtergrond]

Project Behoud Mediakunst Collectie Nederland

Mediakunst is goed vertegenwoordigd in Nederlandse kunstcollecties, met videokunst als de bekendste verschijningsvorm. Omdat de gebruikte technieken en media kwetsbaar zijn, is de problematiek met betrekking tot het beheer en behoud van deze kunstvorm in de afgelopen jaren steeds meer in de belangstelling van collectiebeheerders gekomen. De fysieke conservering van videowerken vraagt elke zeven jaar tot tien jaar om aandacht vanwege de benodigde omzetting naar een drager die voldoet aan de actuele technische maatstaven. Nieuwe mediakunstvormen zoals ‘Born Digital Art’ en de toenemende problematiek rondom openbaarheid en rechtenkwesties vragen om onderzoek, ontwikkeling van good practice en professionalisering van de collectiebeherende instellingen.

SBMK en NIMk hebben met het Virtueel Platform een projectplan ontwikkeld voor de volgende fase in de toekomst van de mediakunst in Nederlandse museumcollecties. Het project is gericht op een gezamenlijke aanpak van instellingen met een substantiële, openbare collectie mediakunst, gericht op het behoud van deze collecties. Deze gezamenlijke aanpak leidt tot een uniforme conserveringswijze van de videokunstcollecties, zorgt voor een toename van kennis en good practice en verhoogt de uitwisseling van kennis en informatie inzake het behoud van mediakunst.

[endPage]

[beginPage: Onderzoek]
Het project Behoud Mediakunst Collectie Nederland (2010-2012) maakt gebruik van wat in voorgaande jaren tot stand gekomen is (zie link gerelateerd projecten) en gaat hierin een aantal vervolgstappen zetten die in drie speerpunten uiteenvallen:
- Onderzoek naar de aanpak van Born Digital Art
- Onderzoek naar toegankelijkheid en rechten mediakunst
- Fysieke conservering Videokunst Collectie Nederland

1 Onderzoek naar de aanpak van Installatiekunst – Born Digital Art

Sinds eind jaren 80 vormen computergebaseerde installaties van internationaal gerenommeerde kunstenaars als Jeffrey Shaw, Bill Spinhoven, Giny Vos en Driessens & Verstappen deel uit van de collecties van een aantal musea in Nederland (o.a. NIMk, Boymans van Beuningen, Stedelijk Museum en Van Abbemuseum). Hoewel de installaties getoond werden in exposities zijn ze nooit goed beschreven noch werd er een duidelijk plan voor conservering opgesteld. Het aantal computer gebaseerde kunstwerken, ook wel aangeduid met de term ‘Born Digital art’, is in de afgelopen paar jaar enorm gegroeid en daarmee ook de behoefte en noodzaak om aandacht te besteden aan conserveringsstrategieën voor deze kunstwerken. Deze installaties kunnen gedeeltelijk beschreven worden aan de hand van bestaande modellen, daarnaast kent deze kunstvorm een aantal specifieke kwaliteiten (onder andere: vergankelijk, ‘genetwerkt’ en/of ‘live auto-generated’) die om apart en aanvullend onderzoek vragen. Eerst is vooronderzoek nodig naar de omvang (kwantiteit) van het aantal musea en installaties en de precieze probleemstelling (kwaliteit) te omschrijven. Tegelijkertijd wordt onderzocht in hoeverre er aangesloten kan worden bij een bestaand internationaal netwerk of dat er een dergelijk netwerk tussen verschillende partijen opgezet moet worden.

Download PDF: BORN - DIGITAL KUNSTWERKEN IN NEDERLAND


2 Onderzoek naar Intellectual Property Rights

Vanuit een centraal punt worden de kunstenaars geïnformeerd en verzocht om informatie te verstrekken. In overleg met de kunstenaar wordt al dan niet besloten om tot digitalisering van het werk over te gaan en bepaald welk exemplaar als bron voor digitalisering gebruikt wordt. Rechtenafhandeling voor conservering en gebruik van de werken in tentoonstellingen worden voorafgaand aan het project door de instellingen afzonderlijk geregeld. Afgaande op de ervaring van NIMk vergt dit een grote inspanning en veel onderzoek. Rechtenclaims op geregistreerde werken zijn niet te verwachten.

Daarbij voeren NIMk en SBMK een praktisch gericht onderzoek naar de vertoningmogelijkheden van de videokunst in Nederland uit. Deze videokunst is grotendeels in beheer bij professionele instellingen voor (media)kunst. Deze collectie wordt steeds beter bewaard en is goed ontsloten en beschreven. Hoe kan de vertoning van dat werk worden verbeterd? Waar liggen de grenzen van het gebruik vanuit het belang van de musea en andere instellingen? Wat willen de makers? Hoe is een principiële toegankelijkheid van al het materiaal te waarborgen? Welke ethische en/of juridische kwesties dienen daarbij te worden geregeld? Hiernaar wordt een apart onderzoek opgezet, resulterend in concrete aanbevelingen voor een verbetering van de situatie. Het onderzoek richt zich op het publieksaspect en het openbaarheidsaspect van videokunst tegen de achtergrond van intellectueel eigendom. Resultaat van het onderzoek is een projectplan voor het ontwikkelen van internationale modellen en protocollen gekoppeld aan een haalbaarheids-onderzoek van verschillende gradaties in openbaarmaking en toegankelijkheid. Hieraan gekoppeld is een inventarisatie van de hoeveelheid werken in Nederlandse videocollecties waar het om gaat en van de houding van collectiebezitters en kunstenaars ten aanzien van openbaarmaking en toegankelijkheid.

3 Fysieke conservering Videokunst Collectie Nederland

Voorafgaand aan de fysieke digitalisering zijn de collecties geïnventariseerd op inhoudelijk belang. Hoogste prioriteit hebben de kunstwerken van 1975-2005, waarbij video gebruikt is als:
- primair medium van een beeldende kunst uiting
- onderdeel van een beeldende kunst sculptuur of -installatie
- registratiemedium van een artistieke performance of als
- registratiemedium door een kunstenaar  (De participerende instellingen hebben ook een collectie aan audiovisuele werken die niet als kunstwerken aangemerkt worden. Deze werken vragen eveneens om behoud en beheer maar zijn in dit projectplan niet opgenomen.)

Hiaten in de registratie worden aangevuld en de collecties worden ontdubbeld. Het Nederlands Instituut voor Mediakunst is het expertisecentrum voor de conservering van mediakunst en zal de werken volgens een zo hoog mogelijke kwaliteitsstandaard digitaliseren. Bij de materiaal analyse en uitvoering van het proces worden de DENcriteria en richtlijnen van het Geheugen van Nederland gevolgd. De huidige drager van het videosignaal is aan verval onderhevig en vergankelijk daarom wordt voor optimaal behoud de drager uiterlijk binnen tien jaar vervangen. Niet één drager is duurzaam; de oplossing voor definitief behoud wordt gezocht in de sfeer van opslag in gecodeerde vorm, zodat het te allen tijde mogelijk is de informatie zonder kwaliteitsverlies over te zetten naar een andere materiële omgeving. Het gaat niet om het behoud van de specifieke techniek, maar om het waarborgen van het oorspronkelijke karakter van het kunstwerk, de intentie van de kunstenaar, de boodschap en haar effect.

Digitalisering zal plaats vinden vanaf een eerder geconserveerde submaster of van een zo vroeg mogelijke generatie. Van doublures wordt één exemplaar gedigitaliseerd. De banden worden voorafgaand aan de digitalisering door-gemeten en waar noodzakelijk gereinigd. Vervolgens worden ze uitgelezen door een videorecorder (of –player) en de data worden doorgestuurd naar de computer. Een video capture kaart zet de videodata om naar een fileformaat; de digitale data komen tijdelijk op het werkstation te staan waar de capture kaart in zit (digitize computer). Vanaf het werkstation worden de data in definitieve vorm dubbel opgeslagen op LTO. Om de juiste instelling bij presentatie te kunnen waarborgen worden voor alle werken testsignalen gemonteerd. De on-gecomprimeerde files voor conservering en archiefopslag (uncompressed file) zijn niet beschikbaar voor raadpleging door eindgebruikers. Voor raadpleging worden gecomprimeerde files gemaakt. MPEG2 voor tentoonstellingen en andere presentaties en MPEG 4 voor online gebruik. De geconserveerde werken zullen onder optimale omstandigheden worden bewaard. Metadata, stills en waar mogelijk fragmenten en hele werken van de videokunstcollectie Nederland worden beschikbaar gesteld via de ontwikkelde infrastructuur bij NIMk en de sites van de participanten. Zo heeft de gebruiker toegang tot de videokunstcollectie in Nederland.
[endPage]

[beginPage: Doelstelling/ Resultaat]

Doelstelling Project

Resultaat Project

* De subsidie voor de ontwikkeling van een businessmodel en interface wordt door NIMk in 2010 aangevraagd bij SenterNovem

[endPage]

[beginPage: Doelgroep ]

Wereldwijd in mediakunst geïnteresseerden waaronder onderzoekers, festivalpubliek, kunstenaars, curatoren, universitaire- en academie studenten kunstvakopleidingen, journalisten, universiteiten, kunstliefhebbers, museumpubliek en professionals in mediakunst. Hoe groot is deze doelgroep? De mediatheek van het Nederlands Instituut voor Mediakunst heeft ca. 1000 bezoekers per jaar en verspreidt via distributie 700 werken per jaar over 130 instellingen in binnen- en buitenland. Jaarlijks verstrekken de Nederlandse musea wereldwijd ca. honderd bruiklenen van videowerken. Een grove schatting leidt tot een bereik van ca. 75.000 bezoekers. Daarnaast ontvangt de website van het Nederlands Instituut voor Mediakunst 70.000 bezoekers per jaar. De doelgroepen zullen actief worden benaderd volgens een nog op te zetten PR-plan bestaande uit direct mailings, e- mailings en overige publicaties.

[endPage]

[beginPage: Organisatie]

Het Nederlands Instituut voor Mediakunst (NIMk) initieert het project en voert het uit in samenwerking met de Stichting Behoud Moderne Kunst (SBMK). Onderzoek en het maken van projectplannen gebeurt in samenwerking met Virtueel Platform (VP). Vertegenwoordigers van de in dit project participerende instellingen komen bijeen om het project te monitoren. Samenwerking en overleg vindt plaats met nationale en internationale moderne kunstmusea, Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, Kennisland, Beelden voor de Toekomst, het Filmmuseum en DEN. De samenwerking tussen instituten en collecties op dit terrein is voorbeeldstellend in de wereld van de videokunst.
[endPage]

[beginPage: Participanten]
Stedelijk van Abbemuseum, Eindhoven;
De Appel, Amsterdam;
Boymans van Beuningen, Rotterdam;
Groninger Museum, Groningen;
Instituut Collectie Nederland, Rijswijk;
Kröller-Müller Museum, Otterlo;
Nederlands Instituut voor Mediakunst, Amsterdam (inclusief LijnbaanCentrum, Rotterdam, Montevideo en Time Based Arts Amsterdam);
Rijksakademie, Amsterdam;
Stedelijk Museum, Amsterdam;
De Pont, Tilburg;
Centraal Museum, Utrecht;
Frans Hals Museum, Haarlem,
V2, Rotterdam;
Noord Brabants Museum;
Den Bosch, SCHUNK*(voorheen Stadsgalerij), Heerlen.

[endPage]

[beginPage: Kennisoverdracht]

Kennisoverdracht zal op verschillende momenten plaatsvinden. Bij de afsluiting van het project als geheel en bij de afsluiting van de beide onderzoeken die onderdeel uitmaken van het project: het onderzoek naar Born Digital art en het onderzoek toegankelijkheid. NIMk en SBMK organiseren drie seminars en publiceren de resultaten op hun websites en in een verslag.
[endPage]

[beginPage: Planning]
De looptijd van het project is twee jaar, het aanvangstijdstip is juni 2010. Het onderzoek Born Digital Art duurt 9 maanden, start in augustus 2010, publicatie en seminar zijn voor de zomer 2011 gerealiseerd. Het onderzoek toegankelijkheid en rechten duurt 9 maanden start in januari 2011, publicatie en seminar zijn in het najaar van 2011 gerealiseerd. Fysieke conservering collectie videokunst Nederland duurt twee jaar, start in juni 2010 en is in juli 2012 gerealiseerd.

[endPage]

[beginPage: Gerelateerde projecten]

Conservering Videokunst (1998-2003)*

Sinds midden jaren zeventig vormen videokunstwerken van nationaal en internationaal gerenommeerde kunstenaars als Nan Hoover, Yael Bartana, Daniel Brun en David Garcia deel uit van de collecties van de musea voor hedendaagse kunst in Nederland. Hoewel de videokunstwerken veelvuldig getoond worden in exposities zijn ze buiten de tentoonstellingen slecht toegankelijk en zijn slechts gedeeltelijk geconserveerd. Het Nederlands Instituut voor Mediakunst (NIMk) heeft samen met de Stichting Behoud Moderne Kunst (SBMK) en de Nederlandse videokunst collecties het voortouw genomen om deze problematiek aan te pakken. Dit Nederlands netwerk van mensen en instituten, met de door haar opgebouwde strategie en handelwijze voor de conservering van de videokunst in Nederland, werkend aan duurzame toegankelijkheid, wordt wereldwijd als toonaangevend beschouwd.

In 2001-2003 zijn de autonome videokunstwerken van een groot aantal moderne kunstmusea in Nederland overgezet naar Digital Betacam. Toentertijd de state of the art techniek en de optimale keuze voor conservering. Een adequate duurzame conservering van videokunst brengt per definitie elke zeven tot tien jaar conversie naar een andere drager met zich mee vanwege de technische ontwikkelingen. Het gaat daarbij steeds om een migratie naar de geldende generaties soft- en hardware om de collecties toegankelijk te houden. Met iedere slag die daarin gemaakt wordt, nemen de collecties minder fysieke ruimte in beslag en vindt tegelijkertijd een schaalvergroting plaats. Enerzijds omdat het aantal werken en participanten toeneemt, anderzijds omdat het accent steeds meer van conservering naar toegankelijkheid verschuift waardoor de werken voor een steeds groter publiek beschikbaar worden.

*Wijers, Gaby, Evert Rodrigo en Ramon Coelho. De houdbaarheid van videokunst. Conservering van de Nederlandse videokunstcollectie. Amsterdam: Stichting Behoud Moderne Kunst, 2003.


Play Out (2009)
De toename van toegankelijkheid bracht nieuwe vragen met zich mee, zowel technisch als inhoudelijk van aard. Met het onderzoek in het kader van Play Out (2009) is inzicht verworven in de mogelijkheden, methoden, workflow, techniek en kosten die ongecomprimeerde opslag van videokunst met zich meebrengt. Hierbij werd onderzocht hoe de informatie op o.a. de Digital Betacam tapes zonder verlies kan worden overgezet naar computerbestanden, welke opslagmedia in aanmerking komen, en aan welke eisen een systeem voor beheer en gebruik moet voldoen. Tijdens het project Play Out werden daarnaast een infrastructuur voor de toegankelijkheid van videokunst ontwikkeld.

Inmiddels zijn we toe aan de volgende fase: niet alleen moeten reeds gedigitaliseerde werken overgezet worden naar nieuwe media, daarnaast is het beheer , behoud en toegankelijk makenv an (complexe) mediakunst /installaties en born digital art aan de orde. Hiervoor willen NIMk en SBMK wederom gezamenlijk een project starten. De uitdaging van dit project is complex: hoe het materiaal duurzaam toegankelijk te maken, de middelen hiervoor te genereren, publieke en private diensten en activiteiten te ontwikkelen, het materiaal beschikbaar te maken en gebruikersparticipatie en nieuwe technieken te integreren.

 Play Out
Nieuwe technieken voor toegankelijkheid en conservering van de videokunstcollecties in Nederland. read more »


Inside Installations (2004-2007)
Van 2004 t/m 2007 vond het project Inside Installations plaats; een grootschalig Europees samenwerkingsproject waarin het beheer en behoud van installatiekunst onderzocht werd. Musea en andere instituten in Europa hebben hun krachten gebundeld met als resultaat 33 case studies van installaties die, meestal in samenwerking met de kunstenaars, uitgebreid zijn onderzocht, gepresenteerd en gedocumenteerd. Dit uitgebreide onderzoek is vanuit diverse invalshoeken benaderd, wat resulteerde in duidelijke richtlijnen voor de conservering van installatiekunst. Tegelijkertijd kwamen er nieuwe vragen naar boven, die met name gericht waren op de conservering van computergebaseerde kunst. De vragen waren zowel technisch, inhoudelijk als theoretisch van aard. De meest in het oog springende problemen handelden over de opslag en het onderhoud van de hard- en software, maar daarnaast speelden ook andere vragen een belangrijke rol. Wat is de levensduur van computer gebaseerde installaties? Op basis waarvan kan het beeld en geluid beschreven worden? In hoeverre blijft de kunstintrinsieke waarde van het werk bewaard en is er bij herinstallatie niet vooral sprake van retro kitsch? Zijn handleidingen die nu geschreven worden in de toekomst nog te herkennen? Tot welk punt zijn veranderingen acceptabel? En moeten mogelijke historische veranderingen opgetekend worden, dienen zij als datering van een object of is de technische verandering onderdeel van het werk? Wat is de rol en verantwoordelijkheid van de conservator, kunstenaars, organisatie? Dergelijke vragen bleken te complex om binnen het project Inside Installations verder te bestuderen. Binnen het Europese vervolgproject PRACTICS liggen de accenten echter op andere aandachtsgebieden, zodat NIMk, SBMK en Virtueel Platform een eigen project hebben ontwikkeld.

 Inside Installations
van 2004 tot 2007 hebben musea en andere organisaties in Europa gezamenlijk op grote schaal onderzoek gedaan naar de documentatie, conservering en herinstallatie van installaties. De resultaten van het project zijn indrukwekkend: 33 installatie casestudies en de ontwikkeling en uitwisseling van 'best practices' en methoden voor conservering strategien. read more »


Obsolete equipment (2009-2010)
In 2009 is het tweejarige project Obsolete Equipment gestart van PACKED en NIMk in samenwerking met diverse Belgische en Nederlandse musea. Dit project doet onderzoek naar en stelt protocollen op over het beheer en behoud van in onbruik geraakte hardware zoals monitoren, beamers, filmapparatuur etc.

 Obsolete apparatuur
Onderzoeksproject van PACKED in samenwerking met Nederlands Instituut voor Mediakunst (Amsterdam), MuHKA en S.M.A.K.. Het doel van dit project is de digitalisering en de langetermijnbewaring te verbeteren en te verzekeren van audiovisuele kunstwerken die worden bedreigd door het in onbruik raken van de noodzakelijke afspeel- en weergaveapparatuur. read more »

[endPage]