Research en Development

01-04-2000


door Heiner Holtappels

Indien de Staatssecretaris en de Tweede Kamer het advies van de Raad voor Cultuur opvolgen, om de subsidie voor het Nederlandse Instituut voor Mediakunst met NLG. 600.000.- te verhogen, dan zal de ambitie om ook op het gebied van research en development een belangrijke rol te mogen spelen definitief gestalte kunnen krijgen.

Voorgeschiedenis
Eind 1997 werd Robert de Geus in dienst genomen om het Artlab nieuw op te zetten. Een twee wekelijkse spreekuur zorgde ervoor, dat kunstenaars met hun vraagstellingen over programmering en interfaces bij Robert - ondersteund door Bill Spinhoven en Paul Klomp - terecht konden. Soms leidden de voorgesprekken tot een opdracht om onderzoek te doen en daadwerkelijk een nieuw product te ontwikkelen. Een terugkomend probleem was de financiering van de vaak lang durende werkzaamheden. Bij projecten uit de opdrachtensfeer (kunst in de openbare ruimte) werd meestal wel rekening met de ontwikkelingskosten gehouden, ook al waren in het algemeen de kosten te laag begroot.

Maar de meeste vragen kwamen van kunstenaars, die wel een interessante vraagstelling hadden, of aan een project werkten zonder een financiering of een afnemer te hebben. Al te vaak ging veel tijd en energie verloren voordat duidelijk was of er wel of niet voldoende middelen gevonden konden worden. In 1998 kreeg het NIM een subsidie van de Mondriaan Stichting om vijf kunstenaars bij hun projecten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling te ondersteunen. Hierdoor kon een nieuwe medewerker voor een jaar in dienst komen.

Inmiddels werken naast Robert de Geus in het Artlab drie mensen op contractbasis. Ze kunnen alleen aan de slag indien een opdrachtgever hun salaris betaalt. Deze manier van werken heeft nadelen: om verlies van kennis (mensen) te voorkomen, moet het Artlab ook opdrachten aannemen die artistiek / inhoudelijk of technologisch weinig uitdagend zijn. Door tijdrovende acquisitie gaat veel energie verloren, die men beter in kennisontwikkeling zou moeten investeren.

Nieuwe plannen
Om continuïteit van hoogwaardig research en behoud van kennis te waarborgen, wil het Artlab met begin van 2001 een Artists in Residence (AiR) programma invoeren. Kunstenaars met een interessante vraag- en probleemstelling worden uitgenodigd om een projectvoorstel in te dienen. Over een vast te stellen periode, kunnen ze bij goedkeuring van het projectplan in het Artlab met ondersteuning van de vaste medewerkers aan hun onderzoek werken. Tijdens de werkperiode ontvangt de kunstenaar een stipendium voor huur en levensonderhoud.
De voorkeur gaat uit naar projecten die in teamverband ontwikkeld worden en waar ruimte is voor studenten om als stagiaires te participeren.
Als tegenprestatie verwachten we van de AiR dat ze 2 dagen per maand gastlessen verzorgen op academies en bij de tweedefase opleidingen.

Artists in Residence en de V.I.R.M. (Virtuel Institute for Research on Mediaculture)
De V.I.R.M. is een nieuw samenwerkingsverband tussen De Balie, NIM / Montevideo, Paradiso, Steim en De Waag / MONM. De samenwerking richt zich op volgende taken:
1. Research / development
2. Presentatie
3. Collectie en archivering
4. Webportaal
5. Onderwijs /Artists in Residence
6. Reflectie

Op dit moment is nog onduidelijk op welke structurele middelen de V.I.R.M. uiteindelijk kan rekenen en welke taken op projectbasis te realiseren zijn. Binnen de cultuurnota 2001 - 2004 beschikt alleen het NIM over middelen voor een Artists in Residence programma.
Indien echter gelden van de Gemeente Amsterdam vrijkomen voor een structurele aanpak voor onderzoek en ontwikkeling van de V.I.R.M, dan zou een dergelijk programma makkelijk in te passen zijn met de plannen voor Artists in Residence van het NIM. Dan kunnen de kunstenaars geselecteerd worden, die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het ontwikkeling- en onderzoek programma van de V.I.R.M. en die tegelijkertijd kunnen profiteren van de expertise van 10 tot 15 deskundigen, afkomstig uit de V.I.R.M.
Indien Amsterdam werkelijk de ambitie heeft om zich op het gebied van nieuwe media binnen de culturele sector te willen profileren, dan waren de omstandigheden nooit zo gunstig als nu. De instellingen zijn er klaar voor.