Dutch Installation Art

Van 20-05-2006 t/m 10-09-2006


Tentoonstelling in Boekarest groot succes

Michiel van Bakel, Jasper van den Brink, Persijn Broersen & Margit Lukács, Rikkert Brok, eddie d, Kirsten Geisler, Bernard Gigounon, Gerald van der Kaap, Nan Hoover, Andreas Siefert, Bill Spinhoven, Eric Steensma, Martijn Veldhoen, Jan Peter van der Wenden

Op uitnodiging van het Nationaal Museum voor Hedendaagse Kunst (MNAC) in Boekarest heeft het Nederlands Instituut voor Mediakunst een tentoonstelling samengesteld op een van de vier verdiepingen van het museum.

De tentoonstelling kan nu al een doorslaand succes worden genoemd. Een groot aantal bezoekers heeft het MNAC bezocht. Ook de Roemeense pers noemt de tentoonstelling een 'must see' en de meest interessante expositie die op het moment gaande is.

Een verlangen naar het buitengewone, dat ten grondslag ligt aan elke fantastische machine, loopt als een rode draad door deze tentoonstelling - en wordt vaak vertaald naar de toeschouwer als een ervaring voor de zintuigen.

Interactiviteit is een bekend begrip binnen nieuwe technologie in het algemeen en bij uitstek binnen multimedia. Dagelijks wordt de term gebruikt in publieke discussies, van entertainment en educatie tot marketing en sinds midden jaren 1990 ook in de kunstscene. De term 'interactiviteit' werd in de jaren 1960 in de Verenigde Staten voor het eerst gebruikt in relatie tot de computer. Wetenschappers waren er in geslaagd de werkzaamheden van de computer te onderbreken. Zij noemden deze onderbreking 'interactiviteit' en besloten om, voor de verdere ontwikkeling van de computer, zich te richten op de samenwerking tussen mens en machine1. Sindsdien wordt interactiviteit direct geassocieerd met een computer. Interactieve kunst gaat echter vooral over participerende kunst, een proces waarbij de toeschouwer deelneemt aan een bepaald project. Voorbeelden hiervan vinden we vooral in de jaren 1950 bij zogenaamde 'Happenings' en de 'Kinetische Kunst' waar het publiek werd aangemoedigd om te participeren in de realisatie van een project. Deelname aan het proces zou de creativiteit van de toeschouwers stimuleren, wat vervolgens weer tot nieuwe ideeën en inzichten zou leidden. De idealen van de kunstenaars waren erg groot; zij wilden zowel de kunstwereld als de dagelijkse realiteit veranderen. Maar al snel kwamen kunstenaars er achter dat het publiek weinig interesse had om het proces van een werk mee te maken. De meer gecontroleerde video-installaties uit de jaren 1970 vormden een acceptabel substituut.

De video-installaties, vooral de closed-circuit installaties, waren gebaseerd op principes die dichtbij interactieve kunst lagen. De installaties bestonden uit video camera's, monitoren of projecties en waren gebaseerd op het leggen van relaties waarin het publiek niet actief hoefde te participeren. De media creëerden het werk en van het publiek werd niet meer verwacht dan dit gade te slaan. Door ontwikkelingen in de technologie steeg de interesse in werk waarin de bewegingen van het publiek het werk activeren. Dankzij goedkopere en kleinere systemen zagen de installaties er minder technisch uit en werden ze steeds avontuurlijker. De meeste werken waren niet zelf interactief, veel installaties waren helemaal volgens vaste regels geprogrammeerd, maar het creatieve proces was wel interactief. Het publiek bestuurde de computer, die op zijn beurt de bewegingen in beeld, geluid of teksten vertaalde, waar vervolgens het publiek mee kon spelen (interactiviteit). De toeschouwer werd onderzoeker, op zoek naar (vooraf bepaalde) paden. Het publiek hoopte iets nieuws en onverwachts tegen te komen, waardoor ze ondergedompeld zouden worden in het werk. Omgeven door een driedimensionale ruimte van het werk, werd het lichaam van de bezoeker mentaal in een andere ruimte- en tijdsdimensie geprojecteerd dan die ervaren werd in real-time. Dergelijk gebruik van ruimte, tijd en architectuur is een van de kenmerken van veel interactieve en installatie kunst.

Veel interactieve installaties hebben niet de aandacht gekregen die zij verdienen. Vaak gezien als simpele spiegel effecten werden zij gezien als entertainment, en voldeden daarmee niet aan de 'hoge' criteria van de kunst. In de tentoonstelling 'Dutch Installation Art' laat het Nederlands Instituut voor Mediakunst een selectie van interactieve installaties en single channel werken zien, die niet alleen de actieve bezoeker stimuleren, maar ook reflecteren op de samenleving, de werking van interactiviteit ter discussie stellen en ons onverwachte alternatieve presentatiewijzes laten zien.

KUNSTENAARS / KUNSTWERKEN

1. Michiel van Bakel - Hovering over Wasteland Panopticum
2. Jasper van den Brink – Video Fly Tunnelvision
3. Persijn Broersen & Margit Lukács – Prime Time Paradise
4. Rikkert Brok - Friendly Fire
5. eddie d - A word of welcome Orquesta Revoltillo
6. Jan Peter van der Wenden - Digital Pin Display De Blauwe man
7. Kirsten Geisler - Dream Dream of Beauty 2.2 / Touch Me
8. Bernard Gigounon - Starship
9. Nan Hoover - black and white… Returning to Fuji
10. SERVAAS - Pfft…
11. Andreas Siefert - Dropshadow
12. Bill Spinhoven – It's about time
13. Eric Steensma -The Park
14. Martijn Veldhoen - Dislocations
15. Gerald van der Kaap – White Chill Terminal


Directeur MNAC: Ruxandra Balaci
Directeur Nederlands Instituut voor Mediakunst: Heiner Holtappels,
Curator: Annet Dekker
Producent Roemenië: Raluca Velisar
Producent Nederland: Barbara de Preter

Met dank aan:
Mondriaan Stichting en de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden in Boekarest
Bekijk registratie Dutch Installation Art
Michiel van Bakel